Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De omgevingsvergunning
§ 2.5. Advies en verklaring van geen bedenkingen
Artikel 2.27

Artikel 2.27

Laatste versie

1. In bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen wordt een omgevingsvergunning niet verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Bij een maatregel als bedoeld in de eerste volzin worden slechts categorieën gevallen aangewezen waarin voor het verrichten van de betrokken activiteit een afzonderlijke toestemming van het aangewezen bestuursorgaan wenselijk is gezien de bijzondere deskundigheid die dat orgaan ten aanzien van die activiteit bezit of de verantwoordelijkheid die dat orgaan draagt voor het beleid dat betrekking heeft op de betrokken categorie activiteiten. Bij die maatregel kan worden bepaald dat het aangewezen bestuursorgaan categorieën gevallen kan aanwijzen waarin de verklaring niet is vereist.

2. In afwijking van artikel 10:32 van de Algemene wet bestuursrecht is afdeling 10.2.1 van die wet, met uitzondering van artikel 10:28, niet van toepassing met betrekking tot de verklaring.

3. De verklaring kan slechts worden gegeven of geweigerd in het belang dat in de betrokken wet of algemene maatregel van bestuur is aangegeven.

4. Het bestuursorgaan dat de verklaring geeft, bepaalt daarbij dat aan de omgevingsvergunning de daarbij aangegeven voorschriften die nodig zijn met het oog op het belang, bedoeld in het derde lid, worden verbonden.

5. De verklaring wordt vermeld in de beschikking op de aanvraag. Een exemplaar ervan wordt bij ieder exemplaar van die beschikking gevoegd.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:4159 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 juni 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:415918 juni 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4067 - Raad van State - 8 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:40678 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3085 - Raad van State - 30 juli 2024

ECLI:NL:RVS:2024:308530 juli 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:1563 - Rechtbank Gelderland - 20 maart 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:156320 maart 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1291 - Raad van State - 26 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:129126 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:6234 - Rechtbank Limburg - 12 september 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:623412 september 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:1290 - Raad van State - 26 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:129026 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:1074 - Rechtbank Limburg - 6 maart 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:10746 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBOVE:2024:4752 - Rechtbank Overijssel - 10 september 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:475210 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:5818 - Rechtbank Midden-Nederland - 10 oktober 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:581810 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak