Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De omgevingsvergunning
§ 2.3. De beoordeling van de aanvraag
Artikel 2.20

Artikel 2.20

Laatste versie

1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, of in artikel 2.1, eerste lid, onder e, met betrekking tot een inrichting kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning in andere gevallen dan bedoeld in artikel 2.10, artikel 2.11, onderscheidenlijk artikel 2.14 slechts weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 3 van die wet, voor zover het deze wet betreft, onder betrokkene mede wordt verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met de aanvrager van de omgevingsvergunning gelijk kan worden gesteld.

2. Voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het tweede lid van overeenkomstige toepassing is op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, waarvoor bij die maatregel is bepaald dat een omgevingsvergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Midden-Nederland1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBMNE:2024:423 - Rechtbank Midden-Nederland - 31 januari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:42331 januari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:1713 - Rechtbank Limburg - 8 april 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:17138 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:6890 - Rechtbank Gelderland - 10 oktober 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:689010 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:9381 - Rechtbank Den Haag - 18 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:938118 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2050 - Rechtbank Amsterdam - 10 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:205010 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBOBR:2024:499 - Rechtbank Oost-Brabant - 13 februari 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:49913 februari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:462 - Rechtbank Limburg - 30 januari 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:46230 januari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4169 - Raad van State - 15 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:416915 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:6496 - Rechtbank Limburg - 22 augustus 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:649622 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:1283 - Rechtbank Overijssel - 12 maart 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:128312 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak