Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De omgevingsvergunning
§ 2.3. De beoordeling van de aanvraag
Artikel 2.12

Artikel 2.12

Laatste versie

1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:

a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:

1°. met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking, 2°. in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen, of 3°. in overige gevallen, indien de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat;

b. indien de activiteit in strijd is met het exploitatieplan: met toepassing van de daarin opgenomen regels inzake afwijking; c. indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening: voor zover de betrokken regels afwijking daarvan toestaan; d. indien de activiteit in strijd is met een voorbereidingsbesluit: met toepassing van de in het voorbereidingsbesluit opgenomen regels inzake afwijking.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de inhoud van de ruimtelijke onderbouwing, bedoeld in het eerste lid, onder a, onder 3°.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:5296 - Rechtbank Overijssel - 15 oktober 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:529615 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:2001 - Rechtbank Limburg - 22 april 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:200122 april 2024Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3673 - Raad van State - 10 september 2024

ECLI:NL:RVS:2024:367310 september 2024Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:245 - Raad van State - 23 januari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:24523 januari 2024Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3596 - Raad van State - 3 september 2024

ECLI:NL:RVS:2024:35963 september 2024Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:2905 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 2 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:29052 mei 2024Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:355 - Rechtbank Overijssel - 21 januari 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:35521 januari 2024Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:2572 - Rechtbank Noord-Nederland - 9 juli 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:25729 juli 2024Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2023:4830 - Raad van State - 26 december 2023

ECLI:NL:RVS:2023:483026 december 2023Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:5413 - Rechtbank Overijssel - 21 oktober 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:541321 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak