Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De omgevingsvergunning
§ 2.3. De beoordeling van de aanvraag
Artikel 2.10

Artikel 2.10

Laatste versie

1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, wordt de omgevingsvergunning geweigerd indien:

a. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 of 120 van de Woningwet; b. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij de bouwverordening of, zolang de bouwverordening daarmee nog niet in overeenstemming is gebracht, met de voorschriften die zijn gesteld bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de Woningwet dan wel bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 120 van die wet; c. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, tenzij de activiteit niet in strijd is met een omgevingsvergunning die is verleend met toepassing van artikel 2.12; d. het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk dat geen seizoensgebonden bouwwerk is, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a, van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend; e. de activiteit een wegtunnel als bedoeld in de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels betreft en uit de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden blijkt dat niet wordt voldaan aan de in artikel 6, eerste lid, van die wet gestelde norm.

2. In gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, en wordt de vergunning op de grond, bedoeld in het eerste lid, onder c, slechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 niet mogelijk is.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:2622 - Rechtbank Overijssel - 21 mei 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:262221 mei 2024Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:5350 - Rechtbank Rotterdam - 9 juni 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:53509 juni 2024Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2023:12608 - Rechtbank Noord-Holland - 7 december 2023

ECLI:NL:RBNHO:2023:126087 december 2023Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:947 - Raad van State - 5 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:9475 maart 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:274 - Rechtbank Limburg - 22 januari 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:27422 januari 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2024:313 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 januari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:31318 januari 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:2548 - Rechtbank Limburg - 16 mei 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:254816 mei 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:1645 - Rechtbank Limburg - 4 april 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:16454 april 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:355 - Rechtbank Overijssel - 21 januari 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:35521 januari 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:44 - Raad van State - 9 januari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:449 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak