Artikel 81 (Unie justitiële samenwerking grensoverschrijdende burgerlijke zaken)
1. De Unie ontwikkelt een justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen, die berust op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken. Deze samenwerking kan maatregelen ter aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten omvatten.
2. Voor de toepassing van lid 1 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure, met name wanneer dat nodig is voor de goede werking van de interne markt, maatregelen vast die het volgende beogen:
a. de wederzijdse erkenning tussen de lidstaten van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken en de tenuitvoerlegging daarvan; b. de grensoverschrijdende betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken; c. de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende regels voor collisie en jurisdictiegeschillen; d. samenwerking bij het vergaren van bewijsmiddelen; e. daadwerkelijke toegang tot de rechter; f. het wegnemen van de hindernissen voor de goede werking van burgerrechtelijke procedures, zo nodig door bevordering van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering; g. de ontwikkeling van alternatieve methoden voor geschillenbeslechting; h. de ondersteuning van de opleiding van magistraten en justitieel personeel.
3. In afwijking van lid 2, worden maatregelen betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen vastgesteld door de Raad, die volgens een bijzondere wetgevingsprocedure besluit. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.De Raad kan op voorstel van de Commissie bij besluit vaststellen ten aanzien van welke aspecten van het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen handelingen volgens de gewone wetgevingsprocedure kunnen worden vastgesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.Het in de tweede alinea bedoelde voorstel wordt aan de nationale parlementen toegezonden. Indien binnen een termijn van zes maanden na die toezending door een nationaal parlement bezwaar wordt aangetekend, is het besluit niet vastgesteld. Indien geen bezwaar wordt aangetekend, kan de Raad het besluit vaststellen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De Unie ontwikkelt een justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen, die berust op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken. Deze samenwerking kan maatregelen ter aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten omvatten.
Dit lid bepaalt dat de Unie een justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen ontwikkelt. Deze samenwerking is gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken. Verder kan deze samenwerking maatregelen omvatten die gericht zijn op de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten.
2. Voor de toepassing van lid 1 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure, met name wanneer dat nodig is voor de goede werking van de interne markt, maatregelen vast die het volgende beogen:
Dit lid specificeert dat, ter uitvoering van lid 1, het Europees Parlement en de Raad maatregelen vaststellen. Dit gebeurt volgens de gewone wetgevingsprocedure. Deze maatregelen worden met name vastgesteld wanneer dit noodzakelijk is voor de goede werking van de interne markt en hebben als doel:
a. de wederzijdse erkenning tussen de lidstaten van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken en de tenuitvoerlegging daarvan;
Dit betreft de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken tussen de lidstaten, alsmede de tenuitvoerlegging van deze beslissingen;
b. de grensoverschrijdende betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken;
Dit omvat de grensoverschrijdende betekening en kennisgeving van gerechtelijke stukken en buitengerechtelijke stukken;
c. de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende regels voor collisie en jurisdictiegeschillen;
Dit houdt in het zorgen voor de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende regels voor collisie (wetsconflicten) en jurisdictiegeschillen (bevoegdheidsconflicten);
d. samenwerking bij het vergaren van bewijsmiddelen;
Dit beoogt de samenwerking bij het verzamelen van bewijsmiddelen;
e. daadwerkelijke toegang tot de rechter;
Dit betreft het verzekeren van daadwerkelijke toegang tot de rechter;
f. het wegnemen van de hindernissen voor de goede werking van burgerrechtelijke procedures, zo nodig door bevordering van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering;
Dit richt zich op het wegnemen van hindernissen die een goede werking van burgerrechtelijke procedures belemmeren, eventueel door de verenigbaarheid te bevorderen van de bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering die in de lidstaten gelden;
g. de ontwikkeling van alternatieve methoden voor geschillenbeslechting;
Dit omvat de ontwikkeling van alternatieve methoden voor het beslechten van geschillen;
h. de ondersteuning van de opleiding van magistraten en justitieel personeel.
Dit houdt in de ondersteuning van de opleiding van magistraten en personeel werkzaam in de justitie.
3. In afwijking van lid 2, worden maatregelen betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen vastgesteld door de Raad, die volgens een bijzondere wetgevingsprocedure besluit. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.De Raad kan op voorstel van de Commissie bij besluit vaststellen ten aanzien van welke aspecten van het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen handelingen volgens de gewone wetgevingsprocedure kunnen worden vastgesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.Het in de tweede alinea bedoelde voorstel wordt aan de nationale parlementen toegezonden. Indien binnen een termijn van zes maanden na die toezending door een nationaal parlement bezwaar wordt aangetekend, is het besluit niet vastgesteld. Indien geen bezwaar wordt aangetekend, kan de Raad het besluit vaststellen.