Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL IV. HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN, DIENSTEN EN KAPITAAL
HOOFDSTUK 4. KAPITAAL EN BETALINGSVERKEER
Artikel 65

Artikel 65 (Toegestane beperkingen kapitaal- en betalingsverkeer)

Laatste versie

1. Het bepaalde in artikel 63 doet niets af aan het recht van de lidstaten:

a. de terzake dienende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen die onderscheid maken tussen belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren met betrekking tot hun vestigingsplaats of de plaats waar hun kapitaal is belegd; b. alle nodige maatregelen te nemen om overtredingen van de nationale wetten en voorschriften tegen te gaan, met name op fiscaal gebied en met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op financiële instellingen, of te voorzien in procedures voor de kennisgeving van kapitaalbewegingen ter informatie van de overheid of voor statistische doeleinden, dan wel maatregelen te nemen die op grond van de openbare orde of de openbare veiligheid gerechtvaardigd zijn.

2. De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan de toepasbaarheid van beperkingen inzake het recht van vestiging welke verenigbaar zijn met de Verdragen.

3. De in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen en procedures mogen geen middel tot willekeurige discriminatie vormen, noch een verkapte beperking van het vrije kapitaalverkeer en betalingsverkeer als omschreven in artikel 63.

4. Bij ontstentenis van maatregelen als bedoeld in artikel 64, lid 3, kan de Commissie, of, bij ontstentenis van een besluit van de Commissie binnen drie maanden na de indiening van het verzoek door de betrokken lidstaat, kan de Raad een besluit vaststellen waarin wordt bepaald dat door een lidstaat jegens een of meer derde landen genomen beperkende belastingmaatregelen verenigbaar worden geacht met de Verdragen, voor zover deze stroken met de doelstellingen van de Unie en verenigbaar zijn met de goede werking van de interne markt. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, op verzoek van een lidstaat.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bepaalde in artikel 63 doet niets af aan het recht van de lidstaten:

Dit betekent letterlijk: Wat in artikel 63 is bepaald, vermindert niet het recht dat de lidstaten hebben om:

a. de terzake dienende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen die onderscheid maken tussen belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren met betrekking tot hun vestigingsplaats of de plaats waar hun kapitaal is belegd;

Dit houdt in dat lidstaten het recht hebben de relevante bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen. Deze bepalingen mogen een onderscheid maken tussen belastingplichtigen die niet in een gelijke situatie verkeren wat betreft hun vestigingsplaats of de plaats waar hun kapitaal is belegd.

b. alle nodige maatregelen te nemen om overtredingen van de nationale wetten en voorschriften tegen te gaan, met name op fiscaal gebied en met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op financiële instellingen, of te voorzien in procedures voor de kennisgeving van kapitaalbewegingen ter informatie van de overheid of voor statistische doeleinden, dan wel maatregelen te nemen die op grond van de openbare orde of de openbare veiligheid gerechtvaardigd zijn.

Dit betekent dat lidstaten het recht hebben om alle nodige maatregelen te nemen om overtredingen van nationale wetten en voorschriften tegen te gaan, in het bijzonder op fiscaal gebied en met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op financiële instellingen. Ook mogen zij procedures instellen voor de kennisgeving van kapitaalbewegingen ter informatie van de overheid of voor statistische doeleinden. Verder mogen zij maatregelen te nemen die op grond van de openbare orde of de openbare veiligheid gerechtvaardigd zijn.

2. De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan de toepasbaarheid van beperkingen inzake het recht van vestiging welke verenigbaar zijn met de Verdragen.

Dit betekent letterlijk: De bepalingen van dit hoofdstuk verminderen niet de toepasbaarheid van beperkingen betreffende het recht van vestiging, mits deze beperkingen verenigbaar zijn met de Verdragen.

3. De in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen en procedures mogen geen middel tot willekeurige discriminatie vormen, noch een verkapte beperking van het vrije kapitaalverkeer en betalingsverkeer als omschreven in artikel 63.

Dit betekent letterlijk: De maatregelen en procedures die in lid 1 en lid 2 zijn genoemd, mogen geen middel zijn voor willekeurige discriminatie. Evenmin mogen zij een verkapte beperking vormen van het vrije kapitaalverkeer en betalingsverkeer zoals omschreven in artikel 63.

4. Bij ontstentenis van maatregelen als bedoeld in artikel 64, lid 3, kan de Commissie, of, bij ontstentenis van een besluit van de Commissie binnen drie maanden na de indiening van het verzoek door de betrokken lidstaat, kan de Raad een besluit vaststellen waarin wordt bepaald dat door een lidstaat jegens een of meer derde landen genomen beperkende belastingmaatregelen verenigbaar worden geacht met de Verdragen, voor zover deze stroken met de doelstellingen van de Unie en verenigbaar zijn met de goede werking van de interne markt. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, op verzoek van een lidstaat.

Dit betekent letterlijk: Indien maatregelen zoals bedoeld in artikel 64, lid 3, ontbreken (bij ontstentenis van), kan de Commissie een besluit nemen. Of, indien een besluit van de Commissie ontbreekt binnen drie maanden nadat de betrokken lidstaat een verzoek heeft ingediend, kan de Raad een besluit vaststellen. In dit besluit kan worden bepaald dat beperkende belastingmaatregelen, die een lidstaat heeft genomen jegens een of meer derde landen, geacht worden verenigbaar te zijn met de Verdragen. Dit geldt voor zover deze maatregelen stroken met de doelstellingen van de Unie en verenigbaar zijn met de goede werking van de interne markt. De Raad besluit hierover met eenparigheid van stemmen, op verzoek van een lidstaat.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:391 - Uruguayaanse bronbelasting niet verrekenbaar: geen strijd met vrij kapitaalverkeer

ECLI:NL:HR:2024:39115 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Het onderscheid in het Bvdb 2001 tussen aangewezen ontwikkelingslanden en andere niet-verdragslanden voor de verrekening van bronbelasting is geen verboden beperking van het vrije kapitaalverkeer. De situaties zijn niet objectief vergelijkbaar, gelet op het doel van de regeling om investeringen in ontwikkelingslanden te stimuleren.

BelastingrechtVennootschapsbelasting, Procesrecht Belastingen, Dividendbelasting
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1727

ECLI:NL:HR:2015:172726 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BestuursrechtMededingingsrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:362

ECLI:NL:HR:2016:3624 maart 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:361

ECLI:NL:HR:2016:3614 maart 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1729

ECLI:NL:HR:2015:172926 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BestuursrechtMededingingsrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1728

ECLI:NL:HR:2015:172826 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Civiel RechtOndernemingsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:363

ECLI:NL:HR:2016:3634 maart 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BQ9214

ECLI:NL:HR:2012:BQ921424 februari 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BestuursrechtEuropees Bestuursrecht, Mededingingsrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:32

ECLI:NL:HR:2015:329 januari 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BU8256

ECLI:NL:HR:2011:BU825616 december 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak