Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25-03-1957

1. Teneinde de vrijheid tot het verrichten van een bepaalde dienst te verwezenlijken, stellen het Europees Parlement en de Raad, volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité, richtlijnen vast.

Dit lid geeft aan dat het Europees Parlement en de Raad richtlijnen vaststellen met als doel (teneinde) de vrijheid tot het verrichten van een bepaalde dienst te verwezenlijken. Deze vaststelling van richtlijnen gebeurt volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

2. De in lid 1 bedoelde richtlijnen hebben in het algemeen bij voorrang betrekking op de diensten welke rechtstreeks van invloed zijn op de productiekosten of waarvan de liberalisatie bijdraagt tot het vergemakkelijken van het goederenverkeer.

Dit lid preciseert dat de in lid 1 bedoelde richtlijnen in het algemeen met voorrang (bij voorrang) betrekking zullen hebben op diensten die rechtstreeks van invloed zijn op de productiekosten, of op diensten waarvan de liberalisatie bijdraagt tot het vergemakkelijken van het goederenverkeer.