Artikel 54 (Gelijkstelling definitie vennootschappen vestigingsrecht EU)
De vennootschappen welke in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat zijn opgericht en welke hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Unie hebben, worden voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk gelijkgesteld met de natuurlijke personen die onderdaan zijn van de lidstaten. Onder vennootschappen worden verstaan maatschappen naar burgerlijk recht of handelsrecht, de coöperatieve verenigingen of vennootschappen daaronder begrepen, en de overige rechtspersonen naar publiek- of privaatrecht, met uitzondering van vennootschappen welke geen winst beogen.
Uitleg in duidelijke taal
De vennootschappen welke in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat zijn opgericht en welke hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Unie hebben, worden voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk gelijkgesteld met de natuurlijke personen die onderdaan zijn van de lidstaten.
Dit artikeldeel stelt vennootschappen gelijk met natuurlijke personen die onderdaan zijn van de lidstaten, voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk (dat het recht van vestiging regelt). Dit geldt voor vennootschappen die zijn opgericht in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat én die hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Unie hebben.
Onder vennootschappen worden verstaan maatschappen naar burgerlijk recht of handelsrecht, de coöperatieve verenigingen of vennootschappen daaronder begrepen, en de overige rechtspersonen naar publiek- of privaatrecht, met uitzondering van vennootschappen welke geen winst beogen.
Dit artikeldeel definieert 'vennootschappen'. Hieronder vallen maatschappen naar burgerlijk recht of handelsrecht (inclusief coöperatieve verenigingen of vennootschappen) en de overige rechtspersonen naar publiek- of privaatrecht. Vennootschappen welke geen winst beogen zijn hiervan uitgezonderd.