Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL IV. HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN, DIENSTEN EN KAPITAAL
HOOFDSTUK 1. DE WERKNEMERS
Artikel 45

Artikel 45 (Vrij verkeer van werknemers EU)

Laatste versie

1. Het verkeer van werknemers binnen de Unie is vrij.

2. Dit houdt de afschaffing in van elke discriminatie op grond van de nationaliteit tussen de werknemers der lidstaten, wat betreft de werkgelegenheid, de beloning en de overige arbeidsvoorwaarden.

3. Het houdt behoudens de uit hoofde van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid gerechtvaardigde beperkingen het recht in om,

a. in te gaan op een feitelijk aanbod tot tewerkstelling; b. zich te dien einde vrij te verplaatsen binnen het grondgebied der lidstaten; c. in een der lidstaten te verblijven teneinde daar een beroep uit te oefenen overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke voor de tewerkstelling van nationale werknemers gelden; d. op het grondgebied van een lidstaat verblijf te houden, na er een betrekking te hebben vervuld, overeenkomstig de voorwaarden die zullen worden opgenomen in door de Commissie vast te stellen verordeningen.

4. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de betrekkingen in overheidsdienst.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het verkeer van werknemers binnen de Unie is vrij.

Dit betekent letterlijk dat werknemers zich vrij mogen verplaatsen binnen de Europese Unie.

2. Dit houdt de afschaffing in van elke discriminatie op grond van de nationaliteit tussen de werknemers der lidstaten, wat betreft de werkgelegenheid, de beloning en de overige arbeidsvoorwaarden.

Dit betekent dat elke vorm van discriminatie gebaseerd op nationaliteit tussen werknemers van de lidstaten wordt afgeschaft. Dit geldt voor werkgelegenheid, beloning en alle andere arbeidsvoorwaarden.

3. Het houdt behoudens de uit hoofde van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid gerechtvaardigde beperkingen het recht in om,

Dit recht omvat, met uitzondering van beperkingen die gerechtvaardigd zijn op grond van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid, het volgende:

a. in te gaan op een feitelijk aanbod tot tewerkstelling;

Het recht om een daadwerkelijk aanbod voor werk te accepteren.

b. zich te dien einde vrij te verplaatsen binnen het grondgebied der lidstaten;

Het recht om zich voor dat doel (tewerkstelling) vrij te bewegen binnen de grenzen van de lidstaten.

c. in een der lidstaten te verblijven teneinde daar een beroep uit te oefenen overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke voor de tewerkstelling van nationale werknemers gelden;

Het recht om in een van de lidstaten te wonen om daar een beroep uit te oefenen, volgens de wetten en regels die ook gelden voor de tewerkstelling van de eigen burgers van die lidstaat.

d. op het grondgebied van een lidstaat verblijf te houden, na er een betrekking te hebben vervuld, overeenkomstig de voorwaarden die zullen worden opgenomen in door de Commissie vast te stellen verordeningen.

Het recht om in een lidstaat te blijven wonen nadat men daar gewerkt heeft, volgens de voorwaarden die de Commissie in verordeningen zal vaststellen.

4. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de betrekkingen in overheidsdienst.

De regels in dit artikel gelden niet voor banen bij de overheid.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:474

ECLI:NL:HR:2013:4749 augustus 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:126 - AOW-opbouw bij geringe arbeid in Duitsland: botsing nationaal en Europees recht

ECLI:NL:HR:2018:1262 februari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over de AOW-verzekering van Nederlandse ingezetenen die in Duitsland "geringfügig" werken. De kernvraag is of het EU-recht Nederland verplicht AOW toe te kennen, ondanks dat nationaal recht dit uitsluit.

BestuursrechtSocialezekerheidsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:407

ECLI:NL:HR:2020:40713 maart 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:400

ECLI:NL:HR:2020:40013 maart 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:127 - Uitsluiting kinderbijslag bij geringe arbeid in Duitsland: Hoge Raad vraagt uitleg aan EU-Hof

ECLI:NL:HR:2018:1272 februari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. De kernvraag is of het EU-recht Nederland verplicht kinderbijslag te verstrekken aan een inwoner die door werk in Duitsland volgens de Nederlandse wet is uitgesloten.

BestuursrechtSocialezekerheidsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:849 - Hoge Raad vraagt HvJEU over tijdsevenredige heffingskorting bij deeltijdverzekering

ECLI:NL:HR:2017:84912 mei 2017Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad legt prejudiciële vragen voor aan het Hof van Justitie van de EU over de verenigbaarheid van de Nederlandse regeling voor tijdsevenredige toekenning van het premiedeel van de heffingskorting met het vrij verkeer van werknemers (artikel 45 VWEU).

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BelastingrechtInkomstenbelasting
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:360

ECLI:NL:HR:2016:3604 maart 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1258

ECLI:NL:HR:2015:125822 mei 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Volkenrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:848

ECLI:NL:HR:2017:84812 mei 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK0355

ECLI:NL:HR:2010:BK035512 november 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht