Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25-03-1957

De lidstaten plegen onderling overleg teneinde gezamenlijk de regelingen te treffen noodzakelijk om te voorkomen dat de werking van de interne markt ongunstig wordt beïnvloed door de maatregelen waartoe een lidstaat zich genoopt kan voelen, in geval van ernstige binnenlandse onlusten waardoor de openbare orde wordt verstoord, in geval van oorlog of van een ernstige internationale spanning welke oorlogsgevaar inhoudt, of om te voldoen aan de verplichtingen die hij met het oog op het behoud van de vrede en van de internationale veiligheid heeft aangegaan.

Dit artikel bepaalt dat de lidstaten met elkaar overleggen (onderling overleg plegen). Het doel van dit overleg is om gezamenlijk de regelingen te treffen die noodzakelijk zijn. Deze regelingen zijn bedoeld om te voorkomen dat de werking van de interne markt nadelig (ongunstig) wordt beïnvloed. Deze ongunstige beïnvloeding kan het gevolg zijn van maatregelen waartoe een lidstaat zich gedwongen kan voelen (genoopt kan voelen) om te nemen in de volgende specifieke omstandigheden:

• in geval van ernstige binnenlandse onlusten waardoor de openbare orde wordt verstoord;
• in geval van oorlog;
• of in geval van een ernstige internationale spanning welke een oorlogsgevaar inhoudt;
• of om te voldoen aan de verplichtingen die een lidstaat is aangegaan met het oog op het behoud van de vrede en van de internationale veiligheid.