Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
ZESDE DEEL. INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
TITEL I. INSTITUTIONELE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 1. DE INSTELLINGEN
EERSTE AFDELING. HET EUROPEES PARLEMENT
Artikel 234

Artikel 234 (Motie van afkeuring tegen Commissie)

Laatste versie

Wanneer aan het Europees Parlement een motie van afkeuring betreffende het beleid van de Commissie wordt voorgelegd, kan het Europees Parlement zich over deze motie niet eerder uitspreken dan ten minste drie dagen nadat de motie is ingediend en slechts bij openbare stemming. Indien de motie van afkeuring wordt aangenomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen, welke een meerderheid van de leden van het Europees Parlement vertegenwoordigt, moeten de leden van de Commissie collectief ontslag nemen en moet ook de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid zijn functie in de Commissie neerleggen. Zij blijven in functie en blijven de lopende zaken behartigen totdat overeenkomstig artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in hun vervanging is voorzien. In dat geval verstrijkt de ambtsperiode van de ter vervanging benoemde Commissieleden op de datum waarop de ambtstermijn van de collectief tot ontslag gedwongen Commissieleden zou zijn verstreken.

Uitleg in duidelijke taal

Wanneer aan het Europees Parlement een motie van afkeuring betreffende het beleid van de Commissie wordt voorgelegd, kan het Europees Parlement zich over deze motie niet eerder uitspreken dan ten minste drie dagen nadat de motie is ingediend en slechts bij openbare stemming.

Dit artikeldeel bepaalt dat indien een voorstel tot afkeuring (een motie van afkeuring) van het beleid van de Commissie aan het Europees Parlement wordt gepresenteerd (voorgelegd), het Europees Parlement hierover pas een besluit kan nemen (zich uitspreken) nadat er minimaal drie dagen zijn verstreken sinds de indiening van de motie. Bovendien moet de stemming over deze motie openbaar zijn.

Indien de motie van afkeuring wordt aangenomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen, welke een meerderheid van de leden van het Europees Parlement vertegenwoordigt, moeten de leden van de Commissie collectief ontslag nemen en moet ook de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid zijn functie in de Commissie neerleggen. Zij blijven in functie en blijven de lopende zaken behartigen totdat overeenkomstig artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in hun vervanging is voorzien. In dat geval verstrijkt de ambtsperiode van de ter vervanging benoemde Commissieleden op de datum waarop de ambtstermijn van de collectief tot ontslag gedwongen Commissieleden zou zijn verstreken.

Dit artikeldeel beschrijft de gevolgen wanneer de motie van afkeuring wordt goedgekeurd (aangenomen). Hiervoor is een specifieke meerderheid vereist: twee derde van de stemmen die daadwerkelijk zijn uitgebracht, en deze twee derde moet tevens een meerderheid van alle leden van het Europees Parlement uitmaken. Als aan deze voorwaarden is voldaan, zijn de leden van de Commissie verplicht om gezamenlijk (collectief) ontslag te nemen. Ook de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet zijn of haar functie binnen de Commissie neerleggen. Desondanks blijven zij hun taken (lopende zaken) uitvoeren (behartigen) totdat er, conform artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, nieuwe leden zijn benoemd (in hun vervanging is voorzien). In een dergelijke situatie eindigt (verstrijkt) de ambtstermijn van de Commissieleden die ter vervanging zijn benoemd op dezelfde datum waarop de ambtstermijn van de oorspronkelijke, collectief tot ontslag gedwongen Commissieleden zou zijn geëindigd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC9766

ECLI:NL:HR:2008:BC976611 juli 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC7249

ECLI:NL:HR:2008:BC724921 maart 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Inkomstenbelasting, Vermogensbelasting
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:AZ8524

ECLI:NL:HR:2008:AZ852411 juli 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtOverdrachtsbelasting, Vennootschapsbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB6415

ECLI:NL:HR:2008:BB641512 september 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB3444

ECLI:NL:HR:2008:BB344411 juli 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtVennootschapsbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC8970

ECLI:NL:HR:2008:BC897013 juni 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BB0414

ECLI:NL:HR:2007:BB04142 november 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU0903

ECLI:NL:HR:2006:AU090322 december 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AP0565

ECLI:NL:HR:2000:AP05659 juni 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1999:AA2841

ECLI:NL:HR:1999:AA284124 augustus 1999Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht