Artikel 207 (Kader en procedures EU handelspolitiek)
1. De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gegrond op eenvormige beginselen, met name aangaande tariefwijzigingen, het sluiten van tarief- en handelsakkoorden betreffende handel in goederen en diensten, en de handelsaspecten van intellectuele eigendom, de directe buitenlandse investeringen, het eenvormig maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek alsmede de handelspolitieke beschermingsmaatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies. De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.
2. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de maatregelen vast die het kader voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie bepalen.
3. Bij de onderhandelingen over en sluiting van akkoorden met een of meer derde landen of internationale organisaties, is artikel 218 van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van het huidige artikel.De Commissie doet aanbevelingen aan de Raad, die haar machtigt de vereiste onderhandelingen te openen. De Raad en de Commissie zien erop toe dat die akkoorden verenigbaar zijn met het interne beleid en de interne voorschriften van de Unie.De Commissie voert de onderhandelingen in overleg met een speciaal comité dat door de Raad is aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het bestek van de richtsnoeren welke de Raad haar kan verstrekken. De Commissie brengt aan het speciaal comité en het Europees Parlement regelmatig verslag uit over de stand van de onderhandelingen.
4. Ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting van de in lid 3 bedoelde akkoorden besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.Ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting van akkoorden betreffende de handel in diensten en betreffende de handelsaspecten van intellectuele eigendom en betreffende buitenlandse directe investeringen besluit de Raad met eenparigheid van stemmen voor zover het akkoord bepalingen bevat die met eenparigheid van stemmen worden vastgesteld wat interne voorschriften betreft.De Raad besluit ook met eenparigheid van stemmen ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting van akkoorden betreffende:
a. de handel in culturele en audiovisuele diensten, indien deze akkoorden afbreuk dreigen te doen aan de verscheidenheid aan cultuur en taal in de Unie; b. sociale, onderwijs- en gezondheidsdiensten wanneer deze akkoorden de nationale organisatie van die diensten ernstig dreigen te verstoren en afbreuk dreigen te doen aan de verantwoordelijkheid van de lidstaten om die diensten te leveren.
5. Op de onderhandelingen over en de sluiting van internationale akkoorden betreffende vervoer zijn de bepalingen van deel III, titel VI, alsmede artikel 218, van toepassing.
6. De uitoefening van de bij dit artikel verleende bevoegdheden op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek laat de afbakening van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten onverlet en leidt niet tot enige harmonisering van de wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van de lidstaten voor zover de Verdragen een dergelijke harmonisering uitsluiten.
Uitleg in duidelijke taal
1. De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gegrond op eenvormige beginselen, met name aangaande tariefwijzigingen, het sluiten van tarief- en handelsakkoorden betreffende handel in goederen en diensten, en de handelsaspecten van intellectuele eigendom, de directe buitenlandse investeringen, het eenvormig maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek alsmede de handelspolitieke beschermingsmaatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies. De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.
Dit betekent letterlijk dat de gemeenschappelijke handelspolitiek gebaseerd is op eenvormige beginselen. Deze beginselen betreffen specifiek tariefwijzigingen, het afsluiten van tarief- en handelsakkoorden over handel in goederen en diensten, en de handelsaspecten van intellectuele eigendom. Ook vallen hieronder directe buitenlandse investeringen, het uniform maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek, en handelspolitieke beschermingsmaatregelen, inclusief maatregelen bij dumping en subsidies. De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt uitgevoerd binnen de principes en doelen van het externe optreden van de Unie.
2. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de maatregelen vast die het kader voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie bepalen.
Dit betekent letterlijk dat het Europees Parlement en de Raad, via de gewone wetgevingsprocedure, door middel van verordeningen de maatregelen vaststellen. Deze maatregelen vormen het kader voor de manier waarop de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie wordt uitgevoerd.
3. Bij de onderhandelingen over en sluiting van akkoorden met een of meer derde landen of internationale organisaties, is artikel 218 van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van het huidige artikel.De Commissie doet aanbevelingen aan de Raad, die haar machtigt de vereiste onderhandelingen te openen. De Raad en de Commissie zien erop toe dat die akkoorden verenigbaar zijn met het interne beleid en de interne voorschriften van de Unie.De Commissie voert de onderhandelingen in overleg met een speciaal comité dat door de Raad is aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het bestek van de richtsnoeren welke de Raad haar kan verstrekken. De Commissie brengt aan het speciaal comité en het Europees Parlement regelmatig verslag uit over de stand van de onderhandelingen.
Dit betekent letterlijk dat bij onderhandelingen over en het sluiten van akkoorden met een of meer derde landen of internationale organisaties, artikel 218 van toepassing is, tenzij de bijzondere bepalingen van dit huidige artikel anders bepalen. De Commissie doet aanbevelingen aan de Raad, die de Commissie vervolgens machtigt om de noodzakelijke onderhandelingen te starten. De Raad en de Commissie zorgen ervoor dat deze akkoorden in overeenstemming zijn met het interne beleid en de interne voorschriften van de Unie. De Commissie voert de onderhandelingen in overleg met een speciaal comité, dat door de Raad is aangewezen om haar te assisteren, en handelt daarbij binnen de door de Raad verstrekte richtsnoeren. De Commissie rapporteert regelmatig aan het speciaal comité en het Europees Parlement over de voortgang van de onderhandelingen.
4. Ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting van de in lid 3 bedoelde akkoorden besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.Ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting van akkoorden betreffende de handel in diensten en betreffende de handelsaspecten van intellectuele eigendom en betreffende buitenlandse directe investeringen besluit de Raad met eenparigheid van stemmen voor zover het akkoord bepalingen bevat die met eenparigheid van stemmen worden vastgesteld wat interne voorschriften betreft.De Raad besluit ook met eenparigheid van stemmen ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting van akkoorden betreffende:
Dit betekent letterlijk dat de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit over de onderhandelingen en de sluiting van de akkoorden genoemd in lid 3. Echter, als het gaat om onderhandelingen over en de sluiting van akkoorden over de handel in diensten, de handelsaspecten van intellectuele eigendom, en buitenlandse directe investeringen, besluit de Raad met eenparigheid van stemmen, mits het akkoord bepalingen bevat waarvoor interne voorschriften ook met eenparigheid van stemmen worden vastgesteld. De Raad besluit eveneens met eenparigheid van stemmen over de onderhandelingen en sluiting van akkoorden betreffende:
a. de handel in culturele en audiovisuele diensten, indien deze akkoorden afbreuk dreigen te doen aan de verscheidenheid aan cultuur en taal in de Unie;
Dit betekent letterlijk: de handel in culturele en audiovisuele diensten, als deze akkoorden het risico met zich meebrengen dat ze de verscheidenheid aan cultuur en taal binnen de Unie schaden (afbreuk dreigen te doen).
b. sociale, onderwijs- en gezondheidsdiensten wanneer deze akkoorden de nationale organisatie van die diensten ernstig dreigen te verstoren en afbreuk dreigen te doen aan de verantwoordelijkheid van de lidstaten om die diensten te leveren.
Dit betekent letterlijk: sociale, onderwijs- en gezondheidsdiensten, wanneer deze akkoorden de nationale organisatie van die diensten ernstig dreigen te ontregelen en de verantwoordelijkheid van de lidstaten om die diensten te verstrekken dreigen te ondermijnen (afbreuk dreigen te doen).
5. Op de onderhandelingen over en de sluiting van internationale akkoorden betreffende vervoer zijn de bepalingen van deel III, titel VI, alsmede artikel 218, van toepassing.
Dit betekent letterlijk dat voor de onderhandelingen over en de sluiting van internationale akkoorden die vervoer betreffen, de bepalingen van deel III, titel VI, en ook artikel 218, gelden.
6. De uitoefening van de bij dit artikel verleende bevoegdheden op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek laat de afbakening van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten onverlet en leidt niet tot enige harmonisering van de wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van de lidstaten voor zover de Verdragen een dergelijke harmonisering uitsluiten.
Dit betekent letterlijk dat de uitoefening van de bevoegdheden die dit artikel toekent op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek geen invloed heeft op de verdeling (afbakening) van bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten (laat deze onverlet). Het leidt ook niet tot een gelijkschakeling (harmonisering) van de wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van de lidstaten, indien de Verdragen een dergelijke harmonisering expliciet uitsluiten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:766 - Illegale handel in precursoren: geen 'marktdeelnemer', dus geen meldplicht
Een persoon die betrokken is bij illegale activiteiten met drugsprecursoren, zoals voorbereiding van een Opiumwetdelict, is geen 'marktdeelnemer' volgens Verordening 273/2004. Hierdoor rust op hem geen meldplicht voor verdachte transacties, wat een conflict met het nemo tenetur-beginsel voorkomt.
ECLI:NL:HR:2023:769 - Illegale drugsprecursoren: geen marktdeelnemer, dus geen meldplicht
Een persoon die betrokken is bij illegale activiteiten met drugsprecursoren, zoals voorbereiding van Opiumwetdelicten, is geen ‘marktdeelnemer’ volgens Verordening 273/2004. Hierdoor rust de meldplicht uit die verordening niet op hem, wat een conflict met het nemo-teneturbeginsel voorkomt.
ECLI:NL:HR:2023:768 - Illegale precursorenhandel: geen 'marktdeelnemer', dus geen meldplicht
Een persoon die drugsprecursoren vervoert in het kader van een illegale, strafbare activiteit (Opiumwetdelict) kan niet worden aangemerkt als ‘marktdeelnemer’ volgens Verordening 273/2004. Hierdoor rust op hem geen meldplicht voor verdachte transacties, wat zelfincriminatie voorkomt.