Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
TWEEDE DEEL. NON-DISCRIMINATIE EN BURGERSCHAP VAN DE UNIE
Artikel 18

Artikel 18 (Verbod discriminatie op grond van nationaliteit)

Laatste versie

Binnen de werkingssfeer van de Verdragen en onverminderd de bijzondere bepalingen, daarin gesteld, is elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden. Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, regelingen treffen met het oog op het verbod van bedoelde discriminaties.

Uitleg in duidelijke taal

Binnen de werkingssfeer van de Verdragen en onverminderd de bijzondere bepalingen, daarin gesteld, is elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden.

Dit betekent dat binnen het toepassingsgebied (de werkingssfeer) van de Verdragen, en zonder afbreuk te doen aan (onverminderd) de bijzondere bepalingen die daarin zijn vastgelegd (gesteld), elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit verboden is.

Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, regelingen treffen met het oog op het verbod van bedoelde discriminaties.

Dit houdt in dat het Europees Parlement en de Raad, conform de gewone wetgevingsprocedure, de bevoegdheid hebben om regelingen te treffen. Deze regelingen zijn bedoeld om het verbod op de eerdergenoemde discriminaties (bedoelde discriminaties) te realiseren.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad112x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1881

ECLI:NL:HR:2013:188113 december 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Hoge Raad84x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:483 - Naheffing motorrijtuigenbelasting buitenlands kenteken: bewijsvermoedens, tegenbewijs en Unierecht

ECLI:NL:HR:2019:4835 april 2019Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de naheffingsregels voor motorrijtuigenbelasting bij buitenlandse kentekens, inclusief bewijsvermoedens, niet in strijd zijn met het Unierecht, mits de naheffingstermijn beperkt blijft. De belastingplichtige mag tegenbewijs leveren voor de aanvang en voor tussenliggende perioden van het houderschap.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2909

ECLI:NL:HR:2016:290920 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:482

ECLI:NL:HR:2019:4825 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK0355

ECLI:NL:HR:2010:BK035512 november 2010Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BP2985

ECLI:NL:HR:2011:BP29854 februari 2011Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2010:BK0368

ECLI:NL:HR:2010:BK036812 november 2010Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2010:BK0360

ECLI:NL:HR:2010:BK036012 november 2010Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1276 - Kwantum/Vitra: Toepassing Berner Conventie op de DSW-stoel en prejudiciële vragen

ECLI:NL:HR:2022:127623 september 2022Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad vraagt zich af of de materiële-reciprociteitstoets van art. 2 lid 7 Berner Conventie nog door een EU-lidstaat mag worden toegepast op een werk uit een derde land, gelet op EU-recht. Hij besluit hierover prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU.

Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3609

ECLI:NL:HR:2015:360918 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht