Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EERSTE DEEL. DE BEGINSELEN
TITEL II. ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN
Artikel 15

Artikel 15 (Openbaarheid en toegang EU-documenten)

Laatste versie

1. Om goed bestuur te bevorderen en de deelneming van het maatschappelijk middenveld te waarborgen, werken de instellingen, organen en instanties van de Unie in een zo groot mogelijke openheid.

2. Het Europees Parlement, en de Raad wanneer hij beraadslaagt en stemt over een ontwerp van wetgevingshandeling, vergaderen in het openbaar.

3. Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft recht op toegang tot documenten van de instellingen, organen en instanties van de Unie, ongeacht de informatiedrager waarop zij zijn vastgelegd, volgens de beginselen en onder de voorwaarden die overeenkomstig het huidige lid worden bepaald.Het Europees Parlement en de Raad bepalen bij verordeningen volgens de gewone wetgevingsprocedure de algemene beginselen en de beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende dit recht op toegang tot documenten.Elke instelling, orgaan of instantie zorgt voor transparantie in zijn of haar werkzaamheden en neemt in haar eigen reglement van orde specifieke bepalingen betreffende de toegang tot haar documenten op overeenkomstig de in de tweede alinea bedoelde verordeningen.Ten aanzien van het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank, geldt het onderhavige lid alleen voor de uitoefening van hun administratieve taken.Het Europees Parlement en de Raad zorgen voor de openbaarmaking van de stukken betreffende de wetgevingsprocedures overeenkomstig de voorwaarden van de in de tweede alinea bedoelde verordeningen

Uitleg in duidelijke taal

1. Om goed bestuur te bevorderen en de deelneming van het maatschappelijk middenveld te waarborgen, werken de instellingen, organen en instanties van de Unie in een zo groot mogelijke openheid.

Dit lid stelt dat de instellingen, organen en instanties van de Unie met een zo groot mogelijke openheid moeten werken. Het doel hiervan is tweeledig: enerzijds om goed bestuur te bevorderen en anderzijds om de deelneming van het maatschappelijk middenveld te waarborgen.

2. Het Europees Parlement, en de Raad wanneer hij beraadslaagt en stemt over een ontwerp van wetgevingshandeling, vergaderen in het openbaar.

Dit lid bepaalt dat het Europees Parlement in het openbaar vergadert. De Raad vergadert eveneens in het openbaar wanneer hij beraadslaagt en stemt over een ontwerp van wetgevingshandeling.

3. Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft recht op toegang tot documenten van de instellingen, organen en instanties van de Unie, ongeacht de informatiedrager waarop zij zijn vastgelegd, volgens de beginselen en onder de voorwaarden die overeenkomstig het huidige lid worden bepaald.Het Europees Parlement en de Raad bepalen bij verordeningen volgens de gewone wetgevingsprocedure de algemene beginselen en de beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende dit recht op toegang tot documenten.Elke instelling, orgaan of instantie zorgt voor transparantie in zijn of haar werkzaamheden en neemt in haar eigen reglement van orde specifieke bepalingen betreffende de toegang tot haar documenten op overeenkomstig de in de tweede alinea bedoelde verordeningen.Ten aanzien van het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank, geldt het onderhavige lid alleen voor de uitoefening van hun administratieve taken.Het Europees Parlement en de Raad zorgen voor de openbaarmaking van de stukken betreffende de wetgevingsprocedures overeenkomstig de voorwaarden van de in de tweede alinea bedoelde verordeningen

Dit lid kent aan iedere burger van de Unie en aan iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat een recht op toegang tot documenten toe. Dit recht geldt voor documenten van de instellingen, organen en instanties van de Unie, ongeacht de informatiedrager waarop deze zijn vastgelegd. De toegang wordt verleend volgens de beginselen en onder de voorwaarden die verder in ditzelfde lid worden gespecificeerd. Het Europees Parlement en de Raad stellen via verordeningen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, de algemene beginselen vast voor dit recht op toegang tot documenten. Zij bepalen ook de beperkingen op dit recht die gerechtvaardigd zijn op grond van openbare of particuliere belangen. Elke instelling, orgaan of instantie van de Unie moet zorgen voor transparantie in zijn of haar werkzaamheden. Zij nemen in hun eigen reglement van orde specifieke bepalingen op betreffende de toegang tot haar documenten, in overeenstemming met de bovengenoemde verordeningen. Voor het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank is dit lid alleen van toepassing op de uitoefening van hun administratieve taken. Het Europees Parlement en de Raad zorgen voor de openbaarmaking van de stukken betreffende de wetgevingsprocedures, overeenkomstig de voorwaarden van de in de tweede alinea van dit lid genoemde verordeningen.