Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25-03-1957

1. Teneinde de in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde doelstellingen te bereiken, omvat het optreden van de lidstaten en de Unie, onder de voorwaarden waarin de Verdragen voorzien, de invoering van een economisch beleid dat gebaseerd is op de nauwe coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, op de interne markt en op de uitwerking van gemeenschappelijke doelstellingen en dat wordt gevoerd met inachtneming van het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging.

Dit lid bepaalt dat, om de doelstellingen te verwezenlijken die genoemd zijn in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het optreden van de lidstaten en de Unie de invoering van een economisch beleid omvat. Dit gebeurt onder de voorwaarden die in de Verdragen zijn vastgelegd. Dit economisch beleid is gebaseerd op:

• de nauwe coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten,
• de interne markt, en
• de uitwerking van gemeenschappelijke doelstellingen. Dit beleid wordt gevoerd met inachtneming van het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging.

2. Gelijktijdig daarmee omvat dit optreden, onder de voorwaarden en volgens de procedures waarin de Verdragen voorzien, één munt, de euro, alsmede het bepalen en voeren van één monetair en wisselkoersbeleid, beide met als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit en, onverminderd deze doelstelling, het ondersteunen van het algemene economische beleid in de Unie, met inachtneming van het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging.

Dit lid stelt dat dit optreden tegelijkertijd, en onder de voorwaarden en volgens de procedures die in de Verdragen zijn voorzien, het volgende inhoudt:

• één munt, namelijk de euro, en
• het bepalen en voeren van één monetair beleid en één wisselkoersbeleid. Beide, de munt en het beleid, hebben als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit. Onverminderd deze doelstelling (dus zonder afbreuk te doen aan het hoofddoel van prijsstabiliteit), ondersteunen zij het algemene economische beleid in de Unie. Dit alles gebeurt met inachtneming van het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging.

3. Dit optreden van de lidstaten en van de Unie impliceert de naleving van de volgende grondbeginselen: stabiele prijzen, gezonde overheidsfinanciën en monetaire condities en een houdbare betalingsbalans.

Dit lid verduidelijkt dat het eerdergenoemde optreden van de lidstaten en van de Unie inhoudt dat de volgende grondbeginselen moeten worden nageleefd:

• stabiele prijzen,
• gezonde overheidsfinanciën,
• gezonde monetaire condities, en
• een houdbare betalingsbalans.