Artikel 110 (Verbod discriminerende binnenlandse belastingen)
De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven. Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.
Uitleg in duidelijke taal
De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven.
Dit betekent dat de lidstaten niet, direct (rechtstreeks
) of indirect, geen hogere binnenlandse belastingen
van welke soort (aard
) dan ook mogen opleggen (heffen
) aan producten van de overige lidstaten
dan de belastingen die zij, direct (rechtstreeks
) of indirect, heffen
op gelijksoortige nationale producten
.
Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.
Daarnaast (Bovendien
) mogen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen heffen
, die tot gevolg hebben (dat daardoor
) andere producties zijdelings worden beschermd
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:63
ECLI:NL:HR:2019:1579
ECLI:NL:HR:2017:847
ECLI:NL:HR:2020:331
ECLI:NL:HR:2022:640 - BPM-afschrijving kampeerauto: taxatierapport toegestaan als voertuig ontbreekt in koerslijst
Voor de BPM-afschrijving mag de taxatiemethode worden gebruikt als een specifiek voertuig niet in een relevante koerslijst voorkomt. Het bestaan van 'lookalikes' in de lijst is onvoldoende om deze methode uit te sluiten. De bewijslast voor de afschrijving rust op de belastingplichtige.
ECLI:NL:HR:2014:3603
ECLI:NL:HR:2016:833
ECLI:NL:HR:2021:415 - BPM-heffing schadevoertuig: herstel vereist vóór waardevermindering en Unierecht
BPM-vermindering voor een geïmporteerd schadevoertuig mag pas worden vastgesteld na herstel van essentiële gebreken. Deze regeling (art. 8, lid 3, Uitvoeringsregeling BPM) is niet in strijd met het EU-non-discriminatiebeginsel (art. 110 VWEU), omdat de heffing ziet op motorrijtuigen die geschikt zijn voor weggebruik.
ECLI:NL:HR:2020:561 - BPM-heffing: officiële CO2-uitstoot van importauto is leidend, niet die van vergelijkbare auto's
De objectief vastgestelde CO2-uitstoot van een specifieke, geïmporteerde auto is een toegestane heffingsmaatstaf voor de bpm. Artikel 110 VWEU wordt niet geschonden als deze waarde hoger is dan die van vergelijkbare, reeds in Nederland geregistreerde auto's, omdat de CO2-uitstoot een vaststaand kenmerk is.