Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL VII. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING, DE BELASTINGEN EN DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN
HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN BETREFFENDE BELASTINGEN
Artikel 110

Artikel 110 (Verbod discriminerende binnenlandse belastingen)

Laatste versie

De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven. Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.

Uitleg in duidelijke taal

De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven.

Dit betekent dat de lidstaten niet, direct (rechtstreeks) of indirect, geen hogere binnenlandse belastingen van welke soort (aard) dan ook mogen opleggen (heffen) aan producten van de overige lidstaten dan de belastingen die zij, direct (rechtstreeks) of indirect, heffen op gelijksoortige nationale producten.

Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.

Daarnaast (Bovendien) mogen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen heffen, die tot gevolg hebben (dat daardoor) andere producties zijdelings worden beschermd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad399x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:63

ECLI:NL:HR:2020:6317 januari 2020Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad375x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1579

ECLI:NL:HR:2019:157911 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad218x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:847

ECLI:NL:HR:2017:84712 mei 2017Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad202x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:331

ECLI:NL:HR:2020:33128 februari 2020Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad199x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:640 - BPM-afschrijving kampeerauto: taxatierapport toegestaan als voertuig ontbreekt in koerslijst

ECLI:NL:HR:2022:64020 mei 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de BPM-afschrijving mag de taxatiemethode worden gebruikt als een specifiek voertuig niet in een relevante koerslijst voorkomt. Het bestaan van 'lookalikes' in de lijst is onvoldoende om deze methode uit te sluiten. De bewijslast voor de afschrijving rust op de belastingplichtige.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad197x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3603

ECLI:NL:HR:2014:360319 december 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad161x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:833

ECLI:NL:HR:2016:83313 mei 2016Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad139x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:415 - BPM-heffing schadevoertuig: herstel vereist vóór waardevermindering en Unierecht

ECLI:NL:HR:2021:41526 maart 2021Dit wetsartikel wordt 16 keer genoemd in deze uitspraak

BPM-vermindering voor een geïmporteerd schadevoertuig mag pas worden vastgesteld na herstel van essentiële gebreken. Deze regeling (art. 8, lid 3, Uitvoeringsregeling BPM) is niet in strijd met het EU-non-discriminatiebeginsel (art. 110 VWEU), omdat de heffing ziet op motorrijtuigen die geschikt zijn voor weggebruik.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad118x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:561 - BPM-heffing: officiële CO2-uitstoot van importauto is leidend, niet die van vergelijkbare auto's

ECLI:NL:HR:2020:5613 april 2020Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

De objectief vastgestelde CO2-uitstoot van een specifieke, geïmporteerde auto is een toegestane heffingsmaatstaf voor de bpm. Artikel 110 VWEU wordt niet geschonden als deze waarde hoger is dan die van vergelijkbare, reeds in Nederland geregistreerde auto's, omdat de CO2-uitstoot een vaststaand kenmerk is.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad117x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:45

ECLI:NL:HR:2017:4527 januari 2017Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak