Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 6. Vertrek, uitzetting en overdracht, inreisverbod en ongewenstverklaring
Afdeling 4. Ongewenstverklaring
Artikel 67

Artikel 67

Laatste versie

1. Tenzij afdeling 3 van toepassing is, kan Onze Minister de vreemdeling ongewenst verklaren:

a. indien hij niet rechtmatig in Nederland verblijft en bij herhaling een bij deze wet strafbaar gesteld feit heeft begaan; b. indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis is veroordeeld wegens een misdrijf waartegen een gevangenisstraf van drie jaren of meer is bedreigd dan wel hem terzake de maatregel als bedoeld in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht is opgelegd; c. indien hij een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid en geen rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e dan wel l; d. ingevolge een verdrag, of e. in het belang van de internationale betrekkingen van Nederland.

2. Indien de bekendmaking van de beschikking, waarbij de vreemdeling ongewenst wordt verklaard, geschiedt door toezending, wordt van de beschikking mededeling gedaan in de Staatscourant.

3. In afwijking van artikel 8 kan de ongewenst verklaarde vreemdeling geen rechtmatig verblijf hebben.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad65x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:515 - Ongewenstverklaring en Terugkeerrichtlijn: Hoge Raad stelt prejudiciële vragen - 28 maart 2016

ECLI:NL:HR:2016:51528 maart 2016Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie of een ongewenstverklaring van vóór de Terugkeerrichtlijn vervalt na vijf jaar en vanaf wanneer die termijn loopt: vanaf de uitvaardiging of pas na daadwerkelijk vertrek uit Nederland. De zaak wordt aangehouden.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge Raad64x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY3151 - Strafbaarstelling illegaal verblijf: gevangenisstraf en de Europese Terugkeerrichtlijn - 20 mei 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY315120 mei 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan een ongewenst verklaarde vreemdeling wegens illegaal verblijf (art. 197 Sr) ontoereikend gemotiveerd is als niet blijkt dat de stappen van de Europese Terugkeerrichtlijn zijn doorlopen door de staat.

BestuursrechtVreemdelingenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2192 - Inreisverbod: strafbaar verblijf in EU vóór daadwerkelijk vertrek? - 26 november 2018

ECLI:NL:HR:2018:219226 november 2018Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie van de EU of het illegaal verblijf van een vreemdeling strafbaar is op basis van een inreisverbod, terwijl deze persoon de EU nog niet heeft verlaten, gelet op het Ouhrami-arrest.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Europees Bestuursrecht
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL2854 - Strafrechter toetst ongewenstverklaring EU-burger aan Europees recht - 12 juli 2010

ECLI:NL:HR:2010:BL285412 juli 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De strafrechter moet bij een vervolging voor illegaal verblijf (art. 197 Sr) zelfstandig toetsen of de ongewenstverklaring van een EU-burger in strijd is met rechtstreeks werkend Europees gemeenschapsrecht. Het beginsel van formele rechtskracht van het bestuursbesluit staat hieraan niet in de weg.

BestuursrechtVreemdelingenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY6906 - Strafoplegging bij illegaal verblijf: de Terugkeerrichtlijn en artikel 197 Sr - 20 mei 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY690620 mei 2013Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor illegaal verblijf (art. 197 Sr) is pas toegestaan nadat de procedurestappen uit de Terugkeerrichtlijn zijn doorlopen. De rechter moet zich hiervan vergewissen en dit motiveren. De uitzondering voor strafrechtelijk veroordeelden (art. 2 lid 2 sub b) geldt niet.

BestuursrechtVreemdelingenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1893 - Strafbaar illegaal verblijf na inreisverbod: uitleg artikel 197 Sr - 30 november 2020

ECLI:NL:HR:2020:189330 november 2020Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Artikel 197 Sr stelt illegaal verblijf strafbaar als de vreemdeling weet dat een inreisverbod is uitgevaardigd; het schenden van het verbod door her-inreizen is geen vereiste. De Hoge Raad vernietigt de veroordeling omdat de 'wetenschap' niet in de bewezenverklaring was opgenomen.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:527 - Strafrechter en toetsing inreisverbod: de evidentie-toets bij bestuursrechtelijke besluiten - 27 maart 2017

ECLI:NL:HR:2017:52727 maart 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De strafrechter mag de rechtmatigheid van een inreisverbod slechts beperkt toetsen. Als de bestuursrechter het verbod onherroepelijk in stand heeft gelaten, is de strafrechter daaraan gebonden, tenzij het besluit evident in strijd is met hoger recht.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:617 - Ongewenstverklaring en Unierecht: drugsbezit onvoldoende voor actuele bedreiging openbare orde - 16 april 2018

ECLI:NL:HR:2018:61716 april 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De strafrechter moet bij een vervolging wegens verblijf ondanks een ongewenstverklaring (art. 197 Sr) toetsen of deze verklaring strookt met het Unierecht. Het enkele bezit van drugs is onvoldoende om zonder nadere motivering aan te nemen dat een derdelander met verblijfsrecht een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt.

Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:3142 - Rechtbank Den Haag - 20 februari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:314220 februari 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:386 - Toepasselijkheid Terugkeerrichtlijn bij ongewenstverklaring van vreemdeling buiten de EU - 19 maart 2018

ECLI:NL:HR:2018:38619 maart 2018Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Terugkeerrichtlijn is niet van toepassing op een vreemdeling die zich ten tijde van het uitvaardigen van een ongewenstverklaring niet op het grondgebied van de EU bevindt. Een ongewenstverklaring kan dan ook niet worden getoetst aan de criteria die uit deze richtlijn voortvloeien.