Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Verblijf
Afdeling 4. De verblijfsvergunning asiel
Paragraaf 1. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd
Artikel 30b

Artikel 30b

Laatste versie

1. Een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 kan worden afgewezen als kennelijk ongegrond in de zin van artikel 32, tweede lid, van de Procedurerichtlijn, indien:

a. de vreemdeling bij de indiening van zijn aanvraag en de toelichting van de feiten alleen aangelegenheden aan de orde heeft gesteld die niet ter zake doen met betrekking tot de vraag of hij in aanmerking komt voor verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28; b. de vreemdeling afkomstig is uit een veilig land van herkomst in de zin van de artikelen 36 en 37 van de Procedurerichtlijn; c. de vreemdeling Onze Minister heeft misleid door omtrent zijn identiteit of nationaliteit valse informatie of documenten te verstrekken of door relevante informatie of documenten die een negatieve invloed op de beslissing hadden kunnen hebben, achter te houden; d. de vreemdeling waarschijnlijk, te kwader trouw, een identiteits- of reisdocument dat ertoe kon bijdragen dat zijn identiteit of nationaliteit werd vastgesteld, heeft vernietigd of zich daarvan heeft ontdaan; e. de vreemdeling kennelijk inconsequente en tegenstrijdige, kennelijk valse of duidelijk onwaarschijnlijke verklaringen heeft afgelegd die strijdig zijn met voldoende geverifieerde informatie over het land van herkomst, waardoor zijn verklaringen alle overtuigingskracht wordt ontnomen met betrekking tot de vraag of hij in aanmerking komt voor verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28; f. de vreemdeling zijn aanvraag enkel heeft ingediend teneinde zijn uitzetting of overdracht uit te stellen of te verijdelen; g. de vreemdeling een opvolgende aanvraag heeft ingediend en deze niet overeenkomstig artikel 30a, eerste lid, onderdeel d of e, niet-ontvankelijk is verklaard; h. de vreemdeling Nederland onrechtmatig is binnengekomen of zijn verblijf op onrechtmatige wijze heeft verlengd en zich, gezien de omstandigheden van zijn binnenkomst, zonder gegronde reden niet zo snel mogelijk bij een ambtenaar belast met de grensbewaking of het toezicht op vreemdelingen heeft aangemeld, en daar kenbaar heeft gemaakt dat hij internationale bescherming wenst; i. de vreemdeling weigert te voldoen aan de verplichting zijn vingerafdrukken te laten nemen; j. de vreemdeling op ernstige gronden een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid; of k. de vreemdeling onder dwang is uitgezet om ernstige redenen van openbare veiligheid of openbare orde.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van het eerste lid.

Gerelateerde rechtspraak

Raad van State11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2604 - Raad van State - 25 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:260425 juni 2024Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:6616 - Rechtbank Den Haag - 30 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:661630 april 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4352 - Raad van State - 29 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:435229 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:5479 - Rechtbank Den Haag - 15 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:547915 april 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:3074 - Raad van State - 30 juli 2024

ECLI:NL:RVS:2024:307430 juli 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:9702 - Rechtbank Den Haag - 18 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:970218 juni 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:5879 - Rechtbank Den Haag - 16 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:587916 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:3383 - Rechtbank Den Haag - 10 maart 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:338310 maart 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:15045 - Rechtbank Den Haag - 9 september 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:150459 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3150 - Raad van State - 1 augustus 2024

ECLI:NL:RVS:2024:31501 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak