Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk IV. De kustvisserij
Artikel 7

Artikel 7

Laatste versie

1. Het is verboden in een water, als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, te vissen voor zover een ander rechthebbende is op het visrecht van dat water.

2. Het verbod van het eerste lid geldt niet:

a. voor hem, die voorzien is van een schriftelijke toestemming van de rechthebbende, geldende voor de visserij, welke wordt uitgeoefend; b. voor hem, die de rechthebbende op het visrecht of de houder der schriftelijke toestemming behulpzaam is bij het vissen met een vistuig, dat niet door één persoon kan worden bediend; c. indien en voor zover het Rijk de rechthebbende op het visrecht is, behoudens in de gevallen bij algemene maatregel van bestuur bepaald; d. voor hem, die vist met ten hoogste twee hengels.