Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
TITEL V. BURGERSCHAP
Artikel 41. Recht op behoorlijk bestuur

Artikel 41. Recht op behoorlijk bestuur (Recht op behoorlijk bestuur)

Laatste versie

1. Eenieder heeft er recht op dat zijn zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen, organen en instanties van de Unie worden behandeld.

2. Dit recht behelst met name:

a. het recht van eenieder te worden gehoord voordat jegens hem een voor hem nadelige individuele maatregel wordt genomen; b. het recht van eenieder om inzage te krijgen in het hem betreffende dossier, met inachtneming van het gerechtvaardigde belang van de vertrouwelijkheid en het beroeps- en het zakengeheim; c. de plicht van de betrokken diensten, hun beslissingen met redenen te omkleden.

3. Eenieder heeft recht op vergoeding door de Unie van de schade die door haar instellingen of door haar personeelsleden in de uitoefening van hun functies is veroorzaakt, overeenkomstig de algemene beginselen die de rechtsstelsels der lidstaten gemeen hebben.

4. Eenieder kan zich in een van de talen van de Verdragen tot de instellingen van de Unie wenden en moet ook in die taal antwoord krijgen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Eenieder heeft er recht op dat zijn zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen, organen en instanties van de Unie worden behandeld.

Dit betekent dat elke persoon het recht heeft dat zijn of haar aangelegenheden zonder vooringenomenheid (onpartijdig), op een eerlijke manier (billijk) en binnen een acceptabele periode (redelijke termijn) worden afgehandeld door de instellingen, organen en instanties van de Europese Unie.

2. Dit recht behelst met name:

Dit recht omvat in het bijzonder de volgende aspecten:

a. het recht van eenieder te worden gehoord voordat jegens hem een voor hem nadelige individuele maatregel wordt genomen;

Dit houdt in: het recht van elke persoon om zijn of haar standpunt kenbaar te maken (te worden gehoord) voordat er een specifieke maatregel ten aanzien van hem of haar (jegens hem) wordt genomen die voor die persoon ongunstig (nadelig) is.

b. het recht van eenieder om inzage te krijgen in het hem betreffende dossier, met inachtneming van het gerechtvaardigde belang van de vertrouwelijkheid en het beroeps- en het zakengeheim;

Dit betekent: het recht van elke persoon om de documenten die op hem of haar betrekking hebben (het hem betreffende dossier) in te zien. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met (met inachtneming van) het gerechtvaardigde belang van de vertrouwelijkheid en de geheimhouding van beroepsinformatie en zakelijke informatie (het beroeps- en het zakengeheim).

c. de plicht van de betrokken diensten, hun beslissingen met redenen te omkleden.

Dit betreft: de verplichting voor de betreffende diensten van de Unie om hun besluiten te voorzien van een uitleg waarom die besluiten zijn genomen (met redenen te omkleden).

3. Eenieder heeft recht op vergoeding door de Unie van de schade die door haar instellingen of door haar personeelsleden in de uitoefening van hun functies is veroorzaakt, overeenkomstig de algemene beginselen die de rechtsstelsels der lidstaten gemeen hebben.

Dit betekent dat elke persoon recht heeft op compensatie (vergoeding) van de Europese Unie voor schade die is toegebracht door haar instellingen of door haar medewerkers (personeelsleden) tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden (in de uitoefening van hun functies). Deze vergoeding moet in overeenstemming zijn met de algemene rechtsprincipes die de rechtssystemen van de lidstaten met elkaar delen (gemeen hebben).

4. Eenieder kan zich in een van de talen van de Verdragen tot de instellingen van de Unie wenden en moet ook in die taal antwoord krijgen.

Dit houdt in dat elke persoon het recht heeft om de instellingen van de Europese Unie aan te spreken (zich wenden tot) in een van de officiële talen zoals vastgelegd in de Verdragen van de EU. Bovendien moet die persoon ook in diezelfde taal een antwoord ontvangen.