Artikel 1. Personen, die gerechtigd zijn hun aansprakelijkheid te beperken
1 Scheepseigenaren en hulpverleners, zoals hierna omschreven, kunnen hun aansprakelijkheid beperken voor de in artikel 2 genoemde vorderingen overeenkomstig de regels van dit Verdrag.
2 Onder „scheepseigenaar” wordt verstaan de eigenaar, bevrachter en de beheerder van een zeeschip, alsmede degene in wiens handen de exploitatie van een zeeschip is gelegd.
3 Onder „hulpverlener” wordt verstaan iedere persoon die diensten bewijst rechtstreeks verband houdende met hulpverleningswerkzaamheden. Hulpverleningswerkzaamheden omvatten mede werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, letters d, e en f.
4 Indien een van de vorderingen voorzien in artikel 2 wordt ingesteld tegen een persoon voor wiens handeling, onachtzaamheid of nalatigheid de scheepseigenaar of hulpverlener aansprakelijk is, is die persoon gerechtigd zich te beroepen op de beperking van aansprakelijkheid bedoeld in dit Verdrag.
5 In dit Verdrag omvat de aansprakelijkheid van een scheepseigenaar mede aansprakelijkheid die voortvloeit uit een tegen het schip zelf ingestelde rechtsvordering.
6 Een verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt voor vorderingen waarvoor overeenkomstig de regels van dit Verdrag beperking geldt, kan op die beperking in gelijke mate een beroep doen als de verzekerde zelf.
7 Het beroep op beperking van aansprakelijkheid houdt geen erkenning van aansprakelijkheid in.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2012]