Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL IV. HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN, DIENSTEN EN KAPITAAL
HOOFDSTUK 3. DE DIENSTEN
Artikel 56

Artikel 56 (Verbod beperkingen vrij dienstenverkeer Unie)

Laatste versie

In het kader van de volgende bepalingen zijn de beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Unie verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht. Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing verklaren ten gunste van de onderdanen van een derde staat die diensten verrichten en binnen de Unie zijn gevestigd.

Uitleg in duidelijke taal

In het kader van de volgende bepalingen zijn de beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Unie verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht.

Dit betekent dat, binnen het raamwerk van de hiernavolgende regels (de volgende bepalingen), het verboden is om beperkingen op te leggen aan het vrij verrichten van diensten binnen de Europese Unie. Dit verbod geldt specifiek voor de onderdanen van de lidstaten (burgers of bedrijven) die gevestigd zijn in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de ontvanger van de dienst (degene te wiens behoeve de dienst wordt verricht) gevestigd is.

Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing verklaren ten gunste van de onderdanen van een derde staat die diensten verrichten en binnen de Unie zijn gevestigd.

Dit houdt in dat het Europees Parlement en de Raad de bevoegdheid hebben om, via de standaard wetgevingsprocedure (de gewone wetgevingsprocedure), de regels van dit hoofdstuk (over het vrij verrichten van diensten) ook van toepassing te verklaren op onderdanen van een land dat geen lid is van de Europese Unie (een derde staat). Deze mogelijkheid geldt voor die onderdanen van een derde staat die diensten verrichten en die binnen de Unie gevestigd zijn.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

4 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:807 - Parket bij de Hoge Raad - 18 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:80718 juli 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtMededingingsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:456 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 9 september 2025

ECLI:NL:CBB:2025:4569 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Mededingingsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13674 - Rechtbank Den Haag - 24 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1367424 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:2026 - Hof stelt vragen aan HvJ EU over New Dockers’ Clause - 30 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:202630 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het Gerechtshof Den Haag oordeelt dat de 'New Dockers Clause', die sjorwerk door havenarbeiders prioriteert boven scheepsbemanning, het vrije verkeer van diensten belemmert. Het hof stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU over de verenigbaarheid met het mededingingsrecht en de afweging met sociale rechten.

Civiel RechtArbeidsrecht, Transport en Handelsrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht