Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
ZESDE DEEL. INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
TITEL II. FINANCIËLE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 1. DE EIGEN MIDDELEN VAN DE UNIE
Artikel 311

Artikel 311 (Stelsel eigen middelen Unie)

Laatste versie

De Unie voorziet zich van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te verwezenlijken en aan haar beleid uitvoering te geven. De begroting wordt, onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen gefinancierd. De Raad stelt, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen een besluit vast houdende de bepalingen die van toepassing zijn op het stelsel van eigen middelen van de Unie. In dit kader kunnen nieuwe categorieën van eigen middelen worden vastgesteld, dan wel bestaande categorieën worden ingetrokken. Dit besluit treedt pas in werking na door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen te zijn goedgekeurd. De Raad stelt volgens een bijzondere wetgevingsprocedure bij verordeningen de uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Unie vast voor zover het krachtens de derde alinea vastgestelde besluit daarin voorziet. De Raad besluit na goedkeuring door het Europees Parlement.

Uitleg in duidelijke taal

De Unie voorziet zich van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te verwezenlijken en aan haar beleid uitvoering te geven.

Dit betekent letterlijk dat de Unie ervoor zorgt dat zij de middelen verkrijgt die nodig zijn om haar doelstellingen te realiseren en haar beleid uit te voeren.

De begroting wordt, onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen gefinancierd.

Dit betekent letterlijk dat de begroting, zonder dat dit andere ontvangsten beïnvloedt (onverminderd andere ontvangsten), volledig wordt gefinancierd uit eigen middelen.

De Raad stelt, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen een besluit vast houdende de bepalingen die van toepassing zijn op het stelsel van eigen middelen van de Unie. In dit kader kunnen nieuwe categorieën van eigen middelen worden vastgesteld, dan wel bestaande categorieën worden ingetrokken. Dit besluit treedt pas in werking na door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen te zijn goedgekeurd.

Dit betekent letterlijk dat de Raad, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na het Europees Parlement te hebben geraadpleegd, met eenparigheid van stemmen een besluit vaststelt. Dit besluit bevat de bepalingen die gelden voor het stelsel van eigen middelen van de Unie. Binnen dit kader kunnen nieuwe categorieën van eigen middelen worden gecreëerd, of bestaande categorieën worden opgeheven. Dit besluit treedt pas in werking nadat de lidstaten het hebben goedgekeurd volgens hun eigen grondwettelijke procedures.

De Raad stelt volgens een bijzondere wetgevingsprocedure bij verordeningen de uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Unie vast voor zover het krachtens de derde alinea vastgestelde besluit daarin voorziet. De Raad besluit na goedkeuring door het Europees Parlement.

Dit betekent letterlijk dat de Raad volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, door middel van verordeningen, de uitvoeringsmaatregelen vaststelt voor het stelsel van eigen middelen van de Unie. Dit gebeurt voor zover het besluit dat krachtens de derde alinea is vastgesteld, dit toestaat. De Raad neemt dit besluit na goedkeuring van het Europees Parlement.