Artikel 109 (Bevoegdheid Raad vaststellen staatssteunverordeningen)
De Raad kan op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement alle verordeningen vaststellen, dienstig voor de toepassing van de artikelen 107 en 108, en met name de voorwaarden voor de toepassing van artikel 108, lid 3, bepalen alsmede de van die procedure vrijgestelde soorten van steunmaatregelen.
Uitleg in duidelijke taal
De Raad kan op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement alle verordeningen vaststellen, dienstig voor de toepassing van de artikelen 107 en 108, en met name de voorwaarden voor de toepassing van artikel 108, lid 3, bepalen alsmede de van die procedure vrijgestelde soorten van steunmaatregelen.
Dit artikel betekent dat de Raad, handelend op een voorstel van de Commissie en nadat het Europees Parlement is geraadpleegd, de bevoegdheid heeft om alle verordeningen aan te nemen die nodig zijn voor de correcte toepassing van de artikelen 107 en 108. Verder specificeert dit artikel dat de Raad in het bijzonder de voorwaarden kan vastleggen waaronder artikel 108, lid 3, wordt toegepast. Bovendien kan de Raad de categorieën van steunmaatregelen aanwijzen die zijn vrijgesteld van de procedure die in artikel 108, lid 3, wordt beschreven.