Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL VII. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING, DE BELASTINGEN EN DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN
HOOFDSTUK 1. REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING
EERSTE AFDELING. REGELS VOOR DE ONDERNEMINGEN
Artikel 101

Artikel 101 (Verbod concurrentiebeperkende afspraken en vrijstellingen)

Laatste versie

1. Onverenigbaar met de interne markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:

a. het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden; b. het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen; c. het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen; d. het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging; e. het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.

2. De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.

3. De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard

voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen, voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, en voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen

a. beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverenigbaar met de interne markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:

Dit lid bepaalt dat alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen onverenigbaar zijn met de interne markt en verboden zijn, indien zij de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden én ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Het lid noemt vervolgens met name specifieke voorbeelden van dergelijke verboden praktijken:

a. het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden;

Dit betreft het direct (rechtstreeks) of indirect (zijdelings) vaststellen van de prijzen waarvoor goederen of diensten worden gekocht of verkocht, of het vaststellen van andere voorwaarden die in contracten worden opgenomen.

b. het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen;

Dit verwijst naar het limiteren of onder controle houden van de hoeveelheid productie, de verkoop (afzet), de vooruitgang op technisch gebied, of de gedane investeringen.

c. het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen;

Dit omvat het onderling verdelen van afzetgebieden (markten) of van de bronnen waaruit goederen of diensten worden betrokken (voorzieningsbronnen).

d. het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging;

Dit betekent dat aan verschillende handelspartners ongelijke voorwaarden worden opgelegd voor prestaties die gelijkwaardig zijn, waardoor die handelspartners een nadeel ondervinden in de concurrentiestrijd (mededinging).

e. het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.

Dit betreft situaties waarin het sluiten van een overeenkomst afhankelijk wordt gemaakt van de voorwaarde dat de handelspartners akkoord gaan met het leveren van extra (bijkomende) prestaties die, gelet op hun aard of op wat gebruikelijk is in de handel (handelsgebruik), geen direct verband houden met het eigenlijke onderwerp van de overeenkomst.

2. De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.

Dit lid stelt dat overeenkomsten of besluiten die op grond van (krachtens) dit artikel verboden zijn, automatisch (van rechtswege) ongeldig zijn (nietig). Dit betekent dat ze juridisch geacht worden nooit te hebben bestaan.

3. De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard

Dit lid bepaalt dat de verboden, zoals omschreven in lid 1 van dit artikel, onder specifieke voorwaarden niet van toepassing hoeven te zijn (buiten toepassing kunnen worden verklaard).

voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen,

Deze mogelijkheid tot uitzondering geldt voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen, mits voldaan is aan de voorwaarden die verderop in dit lid worden gespecificeerd.

voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, en

Deze mogelijkheid tot uitzondering geldt eveneens voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, mits ook hier voldaan is aan de voorwaarden die verderop in dit lid worden gespecificeerd.

voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen

En deze mogelijkheid tot uitzondering geldt ook voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen. Voor al deze categorieën (overeenkomsten, besluiten, en gedragingen) is de uitzondering alleen van toepassing indien zij:

  1. bijdragen tot de verbetering van de productie of van de verdeling van producten, óf tot de verbetering van de technische of economische vooruitgang,
  2. én mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt,
  3. én zonder dat dit aan de betrokken ondernemingen de hierna onder a en b genoemde zaken oplegt:

a. beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn,

namelijk beperkingen die niet strikt noodzakelijk (onmisbaar) zijn voor het bereiken van de eerdergenoemde doelstellingen (zoals verbetering van productie, verdeling, of technische/economische vooruitgang),

b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen.

noch de betrokken ondernemingen de mogelijkheid geeft om voor een substantieel (wezenlijk) deel van de desbetreffende producten de concurrentie (mededinging) volledig uit te schakelen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

6 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:807 - Parket bij de Hoge Raad - 18 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:80718 juli 2025Dit wetsartikel wordt 34 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtMededingingsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:999 - Conclusie P-G: Geen verhaal mededingingsboete van moeder op voormalig dochter - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:99912 september 2025Dit wetsartikel wordt 17 keer genoemd in deze uitspraak

De P-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Een voormalige moedermaatschappij die door de ACM is beboet voor een kartelinbreuk, kan deze boete niet verhalen op de (inmiddels verkochte) dochter die de inbreuk feitelijk pleegde. Hiervoor ontbreekt een civielrechtelijke grondslag.

BestuursrechtMededingingsrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9453 - Rechtbank Rotterdam - 7 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:94537 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtMededingingsrecht, Bestuursprocesrecht, Bestuursstrafrecht
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:385 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 22 juli 2025

ECLI:NL:CBB:2025:38522 juli 2025Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtMededingingsrecht, Bestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:2026 - Hof stelt vragen aan HvJ EU over New Dockers’ Clause - 30 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:202630 september 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Het Gerechtshof Den Haag oordeelt dat de 'New Dockers Clause', die sjorwerk door havenarbeiders prioriteert boven scheepsbemanning, het vrije verkeer van diensten belemmert. Het hof stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU over de verenigbaarheid met het mededingingsrecht en de afweging met sociale rechten.

Civiel RechtArbeidsrecht, Transport en Handelsrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5022 - Rechtbank Amsterdam - 9 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:50229 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht
BestuursrechtMededingingsrecht