Artikel 6
1. De vrachtbrief moet de volgende aanduidingen bevatten:
a) de plaats en de datum van het opmaken daarvan, b) de naam en het adres van de afzender, c) de naam en het adres van de vervoerder, d) de plaats en de datum van inontvangstneming der goederen en de plaats bestemd voor de aflevering der goederen, e) de naam en het adres van de geadresseerde, f) de gebruikelijke aanduiding van de aard der goederen en de wijze van verpakking en, voor gevaarlijke goederen, hun algemeen erkende benaming, g) het aantal colli, hun bijzondere merken en hun nummers, h) het bruto-gewicht of de op andere wijze aangegeven hoeveelheid van de goederen, i) de op het vervoer betrekking hebbende kosten (vrachtprijs, bijkomende kosten, douane-rechten en andere vanaf de sluiting van de overeenkomst tot aan de aflevering opkomende kosten), j) de voor het vervullen van douane- en andere formaliteiten nodige instructies, k) de aanduiding, dat het vervoer, ongeacht enig tegenstrijdig beding, is onderworpen aan de bepalingen van dit Verdrag.
2. Als het geval zich voordoet, moet de vrachtbrief nog de volgende aanduidingen bevatten:
a) het verbod van overlading, b) de kosten, welke de afzender voor zijn rekening neemt, c) het bedrag van het bij de aflevering van de goederen te innen remboursement, d) de gedeclareerde waarde der goederen en het bedrag van het bijzonder belang bij de aflevering, e) de instructies van de afzender aan de vervoerder voor wat betreft de verzekering der goederen, f) de overeengekomen termijn, binnen welke het vervoer moet zijn volbracht, g) de lijst van bescheiden, welke aan de vervoerder zijn overhandigd.
3. De partijen kunnen in de vrachtbrief iedere andere aanduiding, welke zij nuttig achten, opnemen.