Artikel 3. Taken (Taken Europees Stelsel Centrale Banken)
3.1. Overeenkomstig artikel 127, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn de via het ESCB uit te voeren fundamentele taken:
– het bepalen en ten uitvoer leggen van het monetair beleid van de Unie; – het verrichten van valutamarktoperaties in overeenstemming met de bepalingen van artikel 219 van genoemd Verdrag; – het aanhouden en beheren van de officiële externe reserves van de lidstaten; – het bevorderen van een goede werking van het betalingsverkeer.
3.2. Overeenkomstig artikel 127, lid 3, van dat Verdrag laat het bepaalde in het derde streepje van artikel 3. 1 het aanhouden en beheren van werksaldi in buitenlandse valuta’s door de regeringen van de lidstaten onverlet.
3.3. Overeenkomstig artikel 127, lid5, van dat Verdrag draagt het ESCB bij tot een goede beleidsvoering van de bevoegde autoriteiten ten aanzien van het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel.
Uitleg in duidelijke taal
3.1. Overeenkomstig artikel 127, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn de via het ESCB uit te voeren fundamentele taken:
Dit betekent dat, in overeenstemming met artikel 127, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de fundamentele taken die door het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) uitgevoerd moeten worden, de volgende zijn:
– het bepalen en ten uitvoer leggen van het monetair beleid van de Unie;
Dit houdt in: het vaststellen en uitvoeren van het monetair beleid van de Europese Unie;
– het verrichten van valutamarktoperaties in overeenstemming met de bepalingen van artikel 219 van genoemd Verdrag;
Dit houdt in: het uitvoeren van transacties op de valutamarkt (valutamarktoperaties), zoals bepaald in artikel 219 van het voornoemde Verdrag;
– het aanhouden en beheren van de officiële externe reserves van de lidstaten;
Dit houdt in: het bewaren en beheren van de officiële externe reserves (zoals buitenlandse valuta) van de lidstaten;
– het bevorderen van een goede werking van het betalingsverkeer.
Dit houdt in: het stimuleren van een goede en efficiënte werking van het systeem voor betalingen.
3.2. Overeenkomstig artikel 127, lid 3, van dat Verdrag laat het bepaalde in het derde streepje van artikel 3. 1 het aanhouden en beheren van werksaldi in buitenlandse valuta’s door de regeringen van de lidstaten onverlet.
Dit betekent dat, conform artikel 127, lid 3, van dat Verdrag, de bepaling in het derde streepje van artikel 3.1 (over het aanhouden en beheren van officiële externe reserves) geen afbreuk doet aan het recht van de regeringen van de lidstaten om hun eigen werksaldi in buitenlandse valuta’s aan te houden en te beheren. Zij mogen dit dus zelf blijven doen.
3.3. Overeenkomstig artikel 127, lid5, van dat Verdrag draagt het ESCB bij tot een goede beleidsvoering van de bevoegde autoriteiten ten aanzien van het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel.
Dit betekent dat, in overeenstemming met artikel 127, lid 5, van dat Verdrag, het ESCB een bijdrage levert aan een goede beleidsvoering door de bevoegde autoriteiten met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen (zoals banken) en de stabiliteit van het financiële stelsel.