Artikel 29. Verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal (Verdeelsleutel inschrijving kapitaal ECB)
29.1. De verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB, die voor het eerst is vastgesteld in 1998, bij de oprichting van het ESCB, wordt vastgesteld door aan elke nationale centrale bank een weging in deze sleutel toe te kennen die gelijk is aan de som van:
– 50 % van het aandeel van de lidstaat in kwestie in de bevolking van de Unie tijdens het voorlaatste jaar voorafgaand aan de oprichting van het ESCB; – 50 % van het aandeel van de lidstaat in kwestie in het bruto binnenlands product van de Unie tegen marktprijzen, als vastgesteld tijdens de vijf jaar voorafgaande aan het voorlaatste jaar vóór de oprichting van het ESCB.
De percentages worden naar onder of naar boven afgerond op het kleinste veelvoud van 0,0001%.
29.2. De voor de toepassing van dit artikel benodigde statistieken worden, overeenkomstig de door de Raad volgens de procedure van artikel 41 vastgestelde regels, verstrekt door de Commissie.
29.3. De aan de nationale centrale banken toegekende wegingen worden na de oprichting van het ESCB om de vijf jaar aangepast naar analogie van de bepalingen van artikel 29.1. De aangepaste sleutel geldt met ingang van de eerste dag van het daaropvolgende jaar.
29.4. De Raad van bestuur treft alle andere maatregelen die voor de toepassing van dit artikel nodig zijn.
Uitleg in duidelijke taal
29.1. De verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB, die voor het eerst is vastgesteld in 1998, bij de oprichting van het ESCB, wordt vastgesteld door aan elke nationale centrale bank een weging in deze sleutel toe te kennen die gelijk is aan de som van:
Dit lid legt uit hoe de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) wordt bepaald. Deze verdeelsleutel is voor het eerst vastgesteld in 1998, toen het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) werd opgericht. De vaststelling gebeurt door aan elke nationale centrale bank een specifieke weging in deze verdeelsleutel toe te kennen. Deze weging is gelijk aan de som van twee componenten:
– 50 % van het aandeel van de lidstaat in kwestie in de bevolking van de Unie tijdens het voorlaatste jaar voorafgaand aan de oprichting van het ESCB;
De eerste component van de weging bestaat voor 50% uit het aandeel dat de betreffende lidstaat heeft in de totale bevolking van de Unie. Dit bevolkingsaandeel wordt bepaald op basis van de gegevens van het voorlaatste jaar vóór de oprichting van het ESCB.
– 50 % van het aandeel van de lidstaat in kwestie in het bruto binnenlands product van de Unie tegen marktprijzen, als vastgesteld tijdens de vijf jaar voorafgaande aan het voorlaatste jaar vóór de oprichting van het ESCB.
De tweede component van de weging bestaat voor de andere 50% uit het aandeel dat de betreffende lidstaat heeft in het bruto binnenlands product (BBP) van de Unie, berekend tegen marktprijzen. Dit BBP-aandeel wordt vastgesteld op basis van de gegevens over een periode van vijf jaar, eindigend in het voorlaatste jaar vóór de oprichting van het ESCB.
De percentages worden naar onder of naar boven afgerond op het kleinste veelvoud van 0,0001%.
Dit deel preciseert dat de berekende percentages voor de weging naar beneden of naar boven worden afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,0001 procent.
29.2. De voor de toepassing van dit artikel benodigde statistieken worden, overeenkomstig de door de Raad volgens de procedure van artikel 41 vastgestelde regels, verstrekt door de Commissie.
Dit lid bepaalt dat de statistische gegevens die nodig zijn om dit artikel toe te passen (dus voor de berekening van de verdeelsleutel), worden aangeleverd door de Commissie. Dit gebeurt in overeenstemming met de regels die de Raad heeft vastgesteld volgens de procedure beschreven in artikel 41.
29.3. De aan de nationale centrale banken toegekende wegingen worden na de oprichting van het ESCB om de vijf jaar aangepast naar analogie van de bepalingen van artikel 29.1. De aangepaste sleutel geldt met ingang van de eerste dag van het daaropvolgende jaar.
Dit lid stelt dat de wegingen die aan de nationale centrale banken zijn toegekend, na de oprichting van het ESCB elke vijf jaar worden herzien en aangepast. Deze aanpassing gebeurt op een vergelijkbare wijze (naar analogie) als de oorspronkelijke vaststelling, zoals beschreven in artikel 29.1. De nieuw aangepaste verdeelsleutel wordt van kracht op de eerste dag van het jaar dat volgt op de aanpassing.
29.4. De Raad van bestuur treft alle andere maatregelen die voor de toepassing van dit artikel nodig zijn.
Dit lid geeft de Raad van bestuur de bevoegdheid om alle overige maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de correcte uitvoering en toepassing van dit artikel.