Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Voorwaarden voor uitlevering
Artikel 8

Artikel 8

Laatste versie

Indien, naar het recht van de verzoekende staat, de doodstraf is gesteld op het feit waarvoor de uitlevering is gevraagd, wordt de opgeëiste persoon niet uitgeleverd, tenzij naar het oordeel van Onze Minister voldoende is gewaarborgd dat die straf, zo een veroordeling daartoe mocht volgen, niet ten uitvoer zal worden gelegd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad79x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:463 - Uitlevering, uitlokking en de rechterlijke toetsing van art. 6 EVRM

ECLI:NL:HR:2017:46321 maart 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de bevoegdheidsverdeling in uitleveringszaken. De uitleveringsrechter oordeelt over een voltooide schending van art. 6 EVRM bij uitlevering ter executie, maar in beginsel niet bij uitlevering ter vervolging, tenzij een effectief rechtsmiddel in de verzoekende staat ontbreekt.

StrafrechtInternationaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1680

ECLI:NL:HR:2014:168011 juli 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:ZD0547

ECLI:NL:HR:1996:ZD054715 oktober 1996Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1426 - Uitlevering en Entrapment: Hoge Drempel voor Flagrante Schending Art. 6 EVRM

ECLI:NL:HR:2018:14264 september 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroep op uitlokking (entrapment) en het verschil in juridische maatstaven tussen de aangezochte en verzoekende staat is onvoldoende om een dreigende flagrante schending van art. 6 EVRM aan te nemen. De uitleveringsrechter moet de beoordeling hiervan in beginsel overlaten aan de rechter in de verzoekende staat.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA0875

ECLI:NL:HR:2007:BA087526 juni 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD4292

ECLI:NL:HR:2001:AD429218 december 2001Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2323 - Uitlevering: taakverdeling rechter en minister bij gestelde EVRM-schendingen

ECLI:NL:HR:2017:232312 september 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De uitleveringsrechter beoordeelt voltooide EVRM-schendingen (art. 3, flagrante art. 6). Een dreigende schending is voor de Minister. De Hoge Raad handhaaft dit onderscheid en oordeelt dat een beroep op een voltooide schending concreet en met op de persoon betrekking hebbende stukken onderbouwd moet zijn.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO8387

ECLI:NL:HR:2004:AO838725 mei 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:289 - Bevoegdheidsverdeling Uitleveringsrechter en Minister bij Dreigende Mensenrechtenschending

ECLI:NL:HR:2018:28923 februari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De beoordeling van een dreigende schending van art. 3 EVRM in een uitleveringszaak is voorbehouden aan de Minister. De uitleveringsrechter oordeelt slechts over een voltooide schending, of een dreigende flagrante schending van art. 6 EVRM.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Europees Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1986:AC9334

ECLI:NL:HR:1986:AC933429 april 1986Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak