Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Voorwaarden voor uitlevering
Artikel 5

Artikel 5

Laatste versie

1. Uitlevering kan alleen worden toegestaan ten behoeve van:

a. een door autoriteiten van de verzoekende staat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een feit waarvoor, zowel naar het recht van de verzoekende staat als naar dat van Nederland, een vrijheidsstraf van een jaar, of van langere duur, kan worden opgelegd; b. de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van vier maanden, of van langere duur, door de opgeëiste persoon op het grondgebied van de verzoekende staat te ondergaan wegens een feit als onder a bedoeld.

2. Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt onder een naar Nederlands recht strafbaar feit mede verstaan een feit waardoor inbreuk is gemaakt op de rechtsorde van de verzoekende staat, terwijl krachtens de Nederlandse wet een zelfde inbreuk op de Nederlandse rechtsorde of die van Bonaire, Sint Eustatius en Saba strafbaar is.

3. Indien, in het geval bedoeld in het eerste lid, onder b, de veroordeling tot vrijheidsstraf bij verstek heeft plaatsgevonden, kan de uitlevering slechts worden toegestaan, indien de opgeëiste persoon in voldoende mate in de gelegenheid is geweest of alsnog zal worden gesteld om zijn verdediging te voeren.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AF6988

ECLI:NL:HR:2004:AF69887 mei 2004Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW2489

ECLI:NL:HR:2012:BW248917 april 2012Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1426 - Uitlevering en Entrapment: Hoge Drempel voor Flagrante Schending Art. 6 EVRM

ECLI:NL:HR:2018:14264 september 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroep op uitlokking (entrapment) en het verschil in juridische maatstaven tussen de aangezochte en verzoekende staat is onvoldoende om een dreigende flagrante schending van art. 6 EVRM aan te nemen. De uitleveringsrechter moet de beoordeling hiervan in beginsel overlaten aan de rechter in de verzoekende staat.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1986:AD7441

ECLI:NL:HR:1986:AD744121 oktober 1986Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1977:AB6982

ECLI:NL:HR:1977:AB69821 juli 1977Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3627

ECLI:NL:HR:2014:362716 december 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1986:AD7440

ECLI:NL:HR:1986:AD744021 oktober 1986Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1986:AJ5302

ECLI:NL:HR:1986:AJ53021 juli 1986Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht, Mensenrechten
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1986:AD7438

ECLI:NL:HR:1986:AD74381 juli 1986Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1195 - Uitleveringsverdrag 1898: Dynamische interpretatie en correcte kwalificatie dubbele strafbaarheid

ECLI:NL:HR:2022:119513 september 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor uitlevering op basis van een oud verdrag de strafbaarheid moet worden beoordeeld naar het recht ten tijde van het verzoek, niet ten tijde van het verdrag. Tevens corrigeert de Raad de juridische kwalificatie van het verstrekken van misleidende informatie.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht