Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. Procedure van uitlevering
Afdeling B. Behandeling van het verzoek tot uitlevering
Artikel 30

Artikel 30

Laatste versie

1. De uitspraak van de rechtbank wordt aan de opgeëiste persoon die bij de voorlezing daarvan niet tegenwoordig is geweest, betekend. Daarbij wordt hem kennis gegeven van het rechtsmiddel dat tegen de uitspraak openstaat, en van de termijn binnen welke dat rechtsmiddel kan worden aangewend.

2. De rechtbank zendt aan Onze Minister onverwijld een gewaarmerkt afschrift van haar uitspraak toe. Indien de uitlevering toelaatbaar is verklaard, doet zij het afschrift vergezeld gaan van haar advies omtrent het aan het verzoek tot uitlevering te geven gevolg. Een afschrift van het advies wordt door de griffier aan de opgeëiste persoon en diens raadsman ter hand gesteld of toegezonden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad79x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:463 - Uitlevering, uitlokking en de rechterlijke toetsing van art. 6 EVRM

ECLI:NL:HR:2017:46321 maart 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de bevoegdheidsverdeling in uitleveringszaken. De uitleveringsrechter oordeelt over een voltooide schending van art. 6 EVRM bij uitlevering ter executie, maar in beginsel niet bij uitlevering ter vervolging, tenzij een effectief rechtsmiddel in de verzoekende staat ontbreekt.

StrafrechtInternationaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1680

ECLI:NL:HR:2014:168011 juli 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AV7387

ECLI:NL:HR:2006:AV738715 september 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW2489

ECLI:NL:HR:2012:BW248917 april 2012Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2019 - Uitlevering Marokko geweigerd wegens risico op oneerlijk proces (art. 6 EVRM)

ECLI:NL:HR:2018:201930 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Uitlevering is ontoelaatbaar bij een reëel gevaar op een flagrante schending van art. 6 EVRM, zoals het gebruik van door marteling verkregen bewijs, wanneer een effectief rechtsmiddel in de verzoekende staat ontbreekt en gegeven garanties te vaag zijn om dit gevaar af te wenden.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:864 - Uitlevering Rwanda geweigerd wegens risico flagrante schending eerlijk proces

ECLI:NL:HR:2023:8646 juni 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bekrachtigt het oordeel van de rechtbank om de uitlevering van een Rwandese politiek opponent te weigeren. De rechtbank heeft voldoende onderbouwd dat er een reëel risico is op een flagrante schending van het recht op een eerlijk proces zonder effectief rechtsmiddel.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1426 - Uitlevering en Entrapment: Hoge Drempel voor Flagrante Schending Art. 6 EVRM

ECLI:NL:HR:2018:14264 september 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroep op uitlokking (entrapment) en het verschil in juridische maatstaven tussen de aangezochte en verzoekende staat is onvoldoende om een dreigende flagrante schending van art. 6 EVRM aan te nemen. De uitleveringsrechter moet de beoordeling hiervan in beginsel overlaten aan de rechter in de verzoekende staat.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1985:AD5682

ECLI:NL:HR:1985:AD56821 juli 1985Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:955

ECLI:NL:HR:2017:95523 mei 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:289 - Bevoegdheidsverdeling Uitleveringsrechter en Minister bij Dreigende Mensenrechtenschending

ECLI:NL:HR:2018:28923 februari 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De beoordeling van een dreigende schending van art. 3 EVRM in een uitleveringszaak is voorbehouden aan de Minister. De uitleveringsrechter oordeelt slechts over een voltooide schending, of een dreigende flagrante schending van art. 6 EVRM.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Europees Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht