Artikel 25
1. Het verhoor van de opgeëiste persoon geschiedt in het openbaar, tenzij deze een behandeling van de zaak met gesloten deuren verlangt, of de rechtbank om gewichtige, in het proces-verbaal der zitting te vermelden, redenen sluiting der deuren beveelt.
2. Het verhoor heeft plaats in tegenwoordigheid van de officier van justitie.
3. Bij zijn verhoor kan de opgeëiste persoon zich door zijn raadsman doen bijstaan.
4. Is de opgeëiste persoon niet verschenen en acht de rechtbank zijn aanwezigheid bij het verhoor wenselijk, dan gelast de rechtbank tegen een door haar te bepalen tijdstip diens dagvaarding, zo nodig onder bijvoeging van een bevel tot medebrenging.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:2008 - Coronamaatregelen en de openbaarheid van de rechtspraak: een nadere duiding
Een zitting is ook 'in het openbaar' als het publiek wegens coronamaatregelen niet wordt toegelaten, mits de pers wel toegang heeft. De controleerbaarheid van de rechtspraak, het doel van openbaarheid, is hiermee voldoende gewaarborgd en dit vormt geen schending van het openbaarheidsbeginsel.