Artikel 10
1. Uitlevering wordt niet toegestaan in gevallen waarin naar het oordeel van Onze Minister een gegrond vermoeden bestaat, dat bij inwilliging van het verzoek de opgeëiste persoon zal worden vervolgd, gestraft of op andere wijze getroffen in verband met zijn godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke overtuiging, zijn nationaliteit, zijn ras of de groep van de bevolking waartoe hij behoort.
2. Uitlevering wordt niet toegestaan in gevallen waarin naar het oordeel van Onze Minister de gevolgen daarvan voor de opgeëiste persoon van bijzondere hardheid zouden zijn in verband met diens jeugdige leeftijd, hoge ouderdom of slechte gezondheidstoestand.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:463 - Uitlevering, uitlokking en de rechterlijke toetsing van art. 6 EVRM
De Hoge Raad verduidelijkt de bevoegdheidsverdeling in uitleveringszaken. De uitleveringsrechter oordeelt over een voltooide schending van art. 6 EVRM bij uitlevering ter executie, maar in beginsel niet bij uitlevering ter vervolging, tenzij een effectief rechtsmiddel in de verzoekende staat ontbreekt.
ECLI:NL:HR:2014:1680
ECLI:NL:HR:2006:AY6631
ECLI:NL:HR:2006:AY6633
ECLI:NL:HR:1979:AC2094
ECLI:NL:HR:2005:AU3943
ECLI:NL:HR:2018:1426 - Uitlevering en Entrapment: Hoge Drempel voor Flagrante Schending Art. 6 EVRM
Een beroep op uitlokking (entrapment) en het verschil in juridische maatstaven tussen de aangezochte en verzoekende staat is onvoldoende om een dreigende flagrante schending van art. 6 EVRM aan te nemen. De uitleveringsrechter moet de beoordeling hiervan in beginsel overlaten aan de rechter in de verzoekende staat.
ECLI:NL:HR:2012:BW6798
ECLI:NL:HR:2007:BA0875
ECLI:NL:HR:2017:2323 - Uitlevering: taakverdeling rechter en minister bij gestelde EVRM-schendingen
De uitleveringsrechter beoordeelt voltooide EVRM-schendingen (art. 3, flagrante art. 6). Een dreigende schending is voor de Minister. De Hoge Raad handhaaft dit onderscheid en oordeelt dat een beroep op een voltooide schending concreet en met op de persoon betrekking hebbende stukken onderbouwd moet zijn.