Uitvoeringswet internationale kinderbescherming

Hoofdstuk 4. Rechtspleging ter zake van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen

Artikel 13

Laatste versie

De zaken tot kennisneming waarvan de rechtbank op grond van artikel 12, eerste lid, bevoegd is, worden ingeleid met een verzoekschrift. Het verzoekschrift wordt ingediend door een advocaat. Het verzoekschrift houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen]

ECLI:NL:HR:2024:1594 - Nieuw verzoek in hoger beroep: bepalend moment voor internationale rechtsmacht - 7 november 2024

ECLI:NL:HR:2024:1594•7 november 2024•Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de bepaling van de internationale rechtsmacht geldt dat een voor het eerst in hoger beroep gedaan verzoek, zoals een terugverhuisgebod, aanhangig is gemaakt op het moment van indiening in hoger beroep. Dit tijdstip is beslissend voor het vaststellen van de gewone verblijfplaats van het kind.

Civiel Recht•Personen en Familierecht, Europees Civiel Recht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht

Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:17308 - Rechtbank Den Haag - 13 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:17308•13 oktober 2024•Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Uitvoeringswet internationale kinderbescherming

Artikel 13

Details

Gerelateerde rechtspraak

ECLI:NL:RBDHA:2024:17307 - Rechtbank Den Haag - 16 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:18032 - Rechtbank Den Haag - 3 november 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1945 - Rechtbank Den Haag - 24 januari 2024

ECLI:NL:PHR:2024:805 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2024

ECLI:NL:HR:2024:1594 - Nieuw verzoek in hoger beroep: bepalend moment voor internationale rechtsmacht - 7 november 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:17308 - Rechtbank Den Haag - 13 oktober 2024