Artikel 68
1. De op een bedrijf of onderneming in het kader waarvan meststoffen worden verhandeld aangevoerde hoeveelheid meststoffen, de van een bedrijf of onderneming afgevoerde hoeveelheid meststoffen en de binnen een onderneming in het kader waarvan meststoffen worden verhandeld vervoerde hoeveelheid meststoffen worden bepaald op basis van het gewicht of het volume en het stikstofgehalte, onderscheidenlijk fosfaatgehalte van de desbetreffende meststoffen.
2. De in enig kalenderjaar op een bedrijf per saldo uit opslag gekomen hoeveelheid dierlijke meststoffen wordt bepaald door de aan het eind van het voorgaande kalenderjaar op het bedrijf opgeslagen hoeveelheid dierlijke meststoffen te verminderen met de aan het eind van desbetreffend kalenderjaar op het bedrijf opgeslagen hoeveelheid dierlijke meststoffen.
3. De op een bedrijf waar dierlijke meststoffen worden geproduceerd opgeslagen hoeveelheid dierlijke meststoffen wordt bepaald op basis van het zo nauwkeurig mogelijk bepaalde gewicht van de dierlijke meststoffen en het zo nauwkeurig mogelijk bepaalde stikstofgehalte, onderscheidenlijk fosfaatgehalte van de desbetreffende meststoffen.
4. De op een bedrijf als bedoeld in het derde lid opgeslagen hoeveelheid overige meststoffen wordt bepaald op basis van het gewicht of het volume en het stikstofgehalte, onderscheidenlijk fosfaatgehalte van de desbetreffende meststoffen.
5. De op een onderneming in het kader waarvan meststoffen worden verhandeld of op een bedrijf waar geen dierlijke meststoffen worden geproduceerd opgeslagen hoeveelheid meststoffen wordt bepaald op basis van het gewicht of het volume en het stikstofgehalte, onderscheidenlijk fosfaatgehalte van de desbetreffende meststoffen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:CBB:2025:460 - Verantwoordingsplicht intermediair Meststoffenwet: administratie is leidend boven fysieke silo-inventarisatie - 16 september 2025
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een intermediaire onderneming op grond van de Meststoffenwet haar administratieve mestvoorraad (H1-staten) moet kunnen verantwoorden. De administratie is leidend, niet de maximale fysieke opslagcapaciteit. Een onbewezen stelling over een achtergebleven bezinklaag is onvoldoende om een administratief verschil te verklaren.
ECLI:NL:CBB:2025:473 - Meststoffenwet: administratie is leidend voor verantwoordingsplicht intermediaire onderneming - 16 september 2025
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een intermediaire onderneming op grond van de Meststoffenwet te allen tijde haar mestvoorraad moet kunnen verantwoorden. De administratie (H1-staat) is hierbij leidend, niet de fysieke opslagcapaciteit. Verweren betreffende bezinklagen of verdamping moeten concreet worden onderbouwd.
ECLI:NL:CBB:2025:384 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 22 juli 2025
ECLI:NL:CBB:2025:462 - CBB: Beperkende pachtvoorwaarden ontnemen feitelijke beschikkingsmacht over landbouwgrond - 16 september 2025
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een landbouwer niet de vereiste feitelijke beschikkingsmacht heeft over pachtpercelen als de pachtvoorwaarden bemesting verbieden en het gebruik sterk beperken. Deze percelen mogen dan niet meetellen voor de gebruiksnormenregeling in de Gecombineerde Opgave.