Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Verklaringen gebruik auto
Artikel 9

Artikel 9

Laatste versie

1 Het afgeven van de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto, bedoeld in artikel 13bis, dertiende lid, van de wet, geschiedt door het duidelijk, stellig en zonder voorbehoud invullen van het daartoe langs elektronische weg ter beschikking gestelde modelformulier en het toezenden van het ingevulde modelformulier aan de inspecteur.

2 De werknemer is gehouden voordat met de bestelauto waarop de verklaring, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft voor privédoeleinden wordt gereden, door tussenkomst van de inhoudingsplichtige mede te delen dat hij de verklaring intrekt.

3 De mededeling, bedoeld in het tweede lid, geschiedt door het toezenden van het daartoe langs elektronische weg ter beschikking gestelde modelformulier aan de inspecteur.

4 Indien de inhoudingsplichtige weet of vermoedt dat de werknemer met de bestelauto waarop de verklaring, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft voor privédoeleinden heeft gereden, is de inhoudingsplichtige gehouden schriftelijk mededeling te doen van het ten onrechte niet intrekken van de verklaring door de werknemer.

5 De mededeling, bedoeld in het vierde lid, bevat ten minste de volgende gegevens:

a. de naam, het loonbelasting(sub)nummer van de inhoudingsplichtige;

b. de naam, het adres en het burgerservicenummer van de werknemer;

c. het kenteken van de bestelauto.

6 Naar aanleiding van de mededeling, bedoeld in het vierde lid, beslist de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking, dat de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto geacht wordt te zijn ingetrokken met ingang van de dag na die van de dagtekening van die beschikking.

7 Het niet of niet tijdig doen van de mededeling, bedoeld in het tweede en vierde lid, en het niet doen van die mededeling op de in het derde en vierde lid voorgeschreven wijze worden aangemerkt als een overtreding.

8 De bevoegdheid tot het opleggen van een vergrijpboete in de gevallen, bedoeld in het zevende lid, vervalt door verloop van vijf jaren na afloop van het kalenderjaar waarin de verplichting tot het doen van de mededeling, bedoeld in het tweede en vierde lid, is ontstaan.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:632 - Berekening transitievergoeding: referteperiode bij ziekte en variabele beloning

ECLI:NL:HR:2019:63219 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter mag bij de berekening van het variabele loondeel voor de transitievergoeding niet zomaar afwijken van de wettelijk vastgestelde referteperiode. Dit is alleen toegestaan als onverkorte toepassing in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU8932

ECLI:NL:HR:2012:BU893227 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:634

ECLI:NL:HR:2014:63421 maart 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AW4068

ECLI:NL:HR:2006:AW406828 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB3438

ECLI:NL:HR:2008:BB343825 januari 2008Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI1248

ECLI:NL:HR:2009:BI124817 april 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AW4065

ECLI:NL:HR:2006:AW406528 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2420

ECLI:NL:HR:2017:242022 september 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BT6820

ECLI:NL:HR:2011:BT68207 oktober 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2006:AT8957

ECLI:NL:HR:2006:AT895710 februari 2006Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak