Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. Meldingsregeling bestuurdersaansprakelijkheid
Artikel 7

Artikel 7

Laatste versie

1 De mededeling, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de wet, wordt gedaan uiterlijk twee weken na de dag waarop de verschuldigde belasting behoorde te zijn afgedragen of voldaan ingevolge artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 89, tweede of derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag of artikel 21 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.

2 In geval van betalingsonmacht ter zake van een naheffingsaanslag die is opgelegd vanwege de omstandigheid dat de verschuldigde belasting meer beloopt dan die welke overeenkomstig de aangifte is dan wel had moeten worden afgedragen of voldaan, kan, voor zover die omstandigheid niet is te wijten aan opzet of grove schuld van het lichaam, in afwijking van het eerste lid, de mededeling worden gedaan uiterlijk twee weken na de vervaldag van die aanslag.

3 Bij de mededeling wordt inzicht gegeven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de verschuldigde belasting niet op aangifte is afgedragen of voldaan of niet is betaald.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1371 - Bestuurdersaansprakelijkheid: strijd tussen strenge Nederlandse meldingsplicht en Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel

ECLI:NL:HR:2023:13716 oktober 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU of de strenge bestuurdersaansprakelijkheid van artikel 36 IW 1990, die praktisch onweerlegbaar is bij een niet-tijdige melding van betalingsonmacht, in strijd is met het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel voor omzetbelastingschulden.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
BelastingrechtBtw, Loonbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2149

ECLI:NL:HR:2014:21498 augustus 2014Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BR7038

ECLI:NL:HR:2011:BR703823 december 2011Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2722

ECLI:NL:HR:2016:27222 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:419

ECLI:NL:HR:2014:41928 februari 2014Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP2998

ECLI:NL:HR:2011:BP29984 februari 2011Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX7943

ECLI:NL:HR:2012:BX794321 september 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BR7065

ECLI:NL:HR:2012:BR70656 april 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA1718

ECLI:NL:HR:2007:BA171828 september 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB2733

ECLI:NL:HR:2001:AB27332 november 2001Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak