Artikel 7
1 De mededeling, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de wet, wordt gedaan uiterlijk twee weken na de dag waarop de verschuldigde belasting behoorde te zijn afgedragen of voldaan ingevolge artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 89, tweede of derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag of artikel 21 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.
2 In geval van betalingsonmacht ter zake van een naheffingsaanslag die is opgelegd vanwege de omstandigheid dat de verschuldigde belasting meer beloopt dan die welke overeenkomstig de aangifte is dan wel had moeten worden afgedragen of voldaan, kan, voor zover die omstandigheid niet is te wijten aan opzet of grove schuld van het lichaam, in afwijking van het eerste lid, de mededeling worden gedaan uiterlijk twee weken na de vervaldag van die aanslag.
3 Bij de mededeling wordt inzicht gegeven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de verschuldigde belasting niet op aangifte is afgedragen of voldaan of niet is betaald.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:1371 - Bestuurdersaansprakelijkheid: strijd tussen strenge Nederlandse meldingsplicht en Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel
De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU of de strenge bestuurdersaansprakelijkheid van artikel 36 IW 1990, die praktisch onweerlegbaar is bij een niet-tijdige melding van betalingsonmacht, in strijd is met het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel voor omzetbelastingschulden.