Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Procedure bij het instituut
Artikel 12

Artikel 12

Laatste versie

1. Het Instituut kan ten behoeve van een besluit één of meerdere deskundigen aanwijzen om schade op te nemen en te rapporteren over de aard van de schade in het licht van de door het Instituut te maken beoordeling.

2. De deskundige brengt binnen een door het Instituut gestelde termijn die ten hoogste zes maanden na de aanwijzing van de deskundige bedraagt een advies uit over zijn bevindingen.

3. Indien de deskundige binnen de gestelde termijn geen advies kan uitbrengen, deelt de deskundige dit, onder opgaaf van redenen, aan het Instituut mee voor het einde van de termijn en kan het Instituut de termijn met ten hoogste zes maanden verlengen. Het Instituut stelt de aanvrager daarvan schriftelijk in kennis.

4. Indien de aanvrager tegen het besluit, bedoeld in artikel 13, eerste lid, in bezwaar gaat, wijst het Instituut ambtshalve of op verzoek een deskundige aan, anders dan die bedoeld in het eerste lid, die de aanvrager kan bijstaan, tenzij de zaak waarop het betrekking heeft hier evident geen aanleiding voor geeft.

5. Het Instituut stelt eisen aan de deskundige, waaronder begrepen het aantal keren dat de deskundige per aanvraag mag onderzoeken of de schade evident en aantoonbaar uitsluitend een andere oorzaak heeft dan beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 177a, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden