Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel IV. Eenige bijzondere dwangmiddelen
afdeeling Derde . Inbeslagneming
§ 2. Inbeslagneming door opsporingsambtenaren of bijzondere personen
Artikel 96b

Artikel 96b (Doorzoeken vervoermiddel voor inbeslagneming)

Laatste versie

1. In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, is de opsporingsambtenaar bevoegd ter inbeslagneming een vervoermiddel, met uitzondering van het woongedeelte zonder toestemming van de bewoner, te doorzoeken en zich daartoe de toegang tot dit vervoermiddel te verschaffen.

2. Indien zulks met het oog op de uitoefening van de in het eerste lid verleende bevoegdheid noodzakelijk is, kan de opsporingsambtenaar:

a. van de bestuurder van het vervoermiddel vorderen dat hij het vervoermiddel tot stilstand brengt, en b. het vervoermiddel vervolgens naar een daartoe door hem aangewezen plaats overbrengen of door de bestuurder laten overbrengen.

Uitleg in duidelijke taal

1. In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, is de opsporingsambtenaar bevoegd ter inbeslagneming een vervoermiddel, met uitzondering van het woongedeelte zonder toestemming van de bewoner, te doorzoeken en zich daartoe de toegang tot dit vervoermiddel te verschaffen.

Dit lid betekent letterlijk dat wanneer er sprake is van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit, of wanneer er een verdenking bestaat van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, de opsporingsambtenaar bevoegd is om, ter inbeslagneming, een vervoermiddel te doorzoeken. Een uitzondering hierop is het woongedeelte; dit mag niet worden doorzocht zonder toestemming van de bewoner. De opsporingsambtenaar is ook bevoegd zich voor deze doorzoeking de toegang tot dit vervoermiddel te verschaffen.

2. Indien zulks met het oog op de uitoefening van de in het eerste lid verleende bevoegdheid noodzakelijk is, kan de opsporingsambtenaar:

Dit betekent letterlijk dat, als het voor de uitoefening van de in het eerste lid verleende bevoegdheid (namelijk het doorzoeken van een vervoermiddel ter inbeslagneming) noodzakelijk is, de opsporingsambtenaar de volgende handelingen kan verrichten:

a. van de bestuurder van het vervoermiddel vorderen dat hij het vervoermiddel tot stilstand brengt, en

Dit houdt letterlijk in dat de opsporingsambtenaar van de bestuurder van het vervoermiddel kan vorderen (eisen) dat deze het vervoermiddel tot stilstand brengt.

b. het vervoermiddel vervolgens naar een daartoe door hem aangewezen plaats overbrengen of door de bestuurder laten overbrengen.

Dit betekent letterlijk dat de opsporingsambtenaar het vervoermiddel daarna (vervolgens) naar een plaats die door hem specifiek daarvoor is aangewezen, mag overbrengen, of mag laten overbrengen door de bestuurder.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:900 - Rechtmatigheid Ennetcom-data en rechterlijke machtiging voor gebruik in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:90028 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat Ennetcom-data, verkregen via een rechtshulpverzoek, rechtmatig is als voldaan wordt aan de door de buitenlandse rechter gestelde voorwaarden, zoals een Nederlandse rechterlijke machtiging. Het Wetboek van Strafvordering verzet zich niet tegen een dergelijke machtigingsprocedure.

StrafrechtStrafprocesrecht, Internationaal Strafrecht
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:487 - Toezichtsbevoegdheid Awb versus Opsporing: De Grens van Détournement de Pouvoir

ECLI:NL:HR:2018:4873 april 2018Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Toezichtsbevoegdheden uit de Awb mogen niet worden ingezet voor handelingen die uitsluitend als opsporing kwalificeren. Een dergelijk vormverzuim leidt echter niet automatisch tot bewijsuitsluiting, zeker niet als het verweer daartoe onvoldoende is onderbouwd.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1960

ECLI:NL:HR:2018:196016 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:743 - Weggerekend afval: de grenzen van voorbereidingshandelingen in de Opiumwet

ECLI:NL:HR:2016:74326 april 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Handelingen verricht na de voltooiing van een drugsdelict, zoals het weggooien van afval, vallen niet onder het strafbare voorbereiden of bevorderen van artikel 10a Opiumwet. De voorwerpen zijn dan niet meer 'bestemd tot het plegen van het feit'.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1155 - Awb-toezichtbevoegdheid mag niet uitsluitend voor strafrechtelijke opsporing worden ingezet

ECLI:NL:HR:2020:115530 juni 2020Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Bestuursrechtelijke toezichtbevoegdheden, zoals artikel 5:19 Awb, mogen niet worden gebruikt als de handeling uitsluitend als strafrechtelijke opsporing kan worden aangemerkt. Op grond van artikel 1:6 Awb is de Awb dan niet van toepassing, waardoor de bevoegdheidsuitoefening onrechtmatig is.

StrafrechtStrafprocesrecht
Bestuursrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP6043

ECLI:NL:HR:2011:BP604331 mei 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1264 - Onrechtmatige doorzoeking leidt niet automatisch tot schending van het eerlijk proces

ECLI:NL:HR:2023:126419 september 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een onrechtmatige doorzoeking (schending art. 8 EVRM) levert niet zonder meer een schending op van het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM). Een hof dat bewijsuitsluiting toepast, moet specifiek motiveren waarom dit noodzakelijk is en niet met een lichtere sanctie kan worden volstaan.

StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BG1663

ECLI:NL:HR:2008:BG166328 oktober 2008Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3704

ECLI:NL:HR:2015:370422 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3707

ECLI:NL:HR:2015:370722 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak