Artikel 95 (Inbeslagneming voorwerpen verdachte door opsporingsambtenaar)
1. De opsporingsambtenaar die de verdachte staande houdt of aanhoudt, kan de voor inbeslagneming vatbare voorwerpen die de verdachte met zich voert, in beslag nemen.
2. Met betrekking tot het onderzoek aan of in het lichaam of het onderzoek aan de kleding van de aangehouden verdachte geldt artikel 56.
Uitleg in duidelijke taal
1. De opsporingsambtenaar die de verdachte staande houdt of aanhoudt, kan de voor inbeslagneming vatbare voorwerpen die de verdachte met zich voert, in beslag nemen.
Dit artikelonderdeel betekent dat de opsporingsambtenaar die een verdachte staande houdt of aanhoudt, de bevoegdheid heeft om de voor inbeslagneming vatbare voorwerpen die de verdachte met zich voert, in beslag te nemen.
2. Met betrekking tot het onderzoek aan of in het lichaam of het onderzoek aan de kleding van de aangehouden verdachte geldt artikel 56.
Dit artikelonderdeel verduidelijkt dat voor het onderzoek aan of in het lichaam of het onderzoek aan de kleding van de aangehouden verdachte, de regels van artikel 56 van toepassing zijn (geldt).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:584 - Smartphone-onderzoek: de grenzen van de opsporingsbevoegdheid onder artikel 94 Sv
Artikel 94 Sv is een onvoldoende wettelijke basis voor een smartphone-onderzoek dat een meer dan beperkte inbreuk op de privacy maakt. Voor zulk verstrekkend onderzoek is een machtiging van de officier van justitie of rechter-commissaris vereist, afhankelijk van de mate van inbreuk.
ECLI:NL:HR:1994:AD2076
ECLI:NL:HR:2017:588 - Onderzoek smartphone: de reikwijdte van artikel 94 Sv en privacy
De Hoge Raad oordeelt dat artikel 94 Sv alleen een wettelijke grondslag biedt voor een smartphone-onderzoek als de inbreuk op de privacy beperkt is. Voor een ingrijpender onderzoek is een nadere wettelijke legitimatie vereist, zoals de tussenkomst van een officier van justitie of rechter-commissaris.
ECLI:NL:HR:2017:592 - Onderzoek smartphone: Hoge Raad stelt grenzen aan opsporingsbevoegdheid
De algemene opsporingsbevoegdheid van art. 94 Sv is onvoldoende voor een verstrekkend onderzoek van een smartphone. Voor een meer dan beperkte inbreuk op de privacy is een machtiging van de officier van justitie of rechter-commissaris vereist.
ECLI:NL:HR:1978:AC6373
ECLI:NL:HR:2021:202 - Gedwongen ontgrendeling smartphone met vingerafdruk is rechtmatig
De bevoegdheid tot inbeslagneming (art. 94, 95, 96 Sv) vormt de wettelijke basis om een verdachte te dwingen zijn smartphone biometrisch te ontgrendelen. Dit is geen schending van het nemo tenetur-beginsel, omdat het gaat om het dulden van een onderzoeksmaatregel betreffende materiaal dat onafhankelijk van de wil bestaat.
ECLI:NL:HR:2016:3425
ECLI:NL:HR:2018:2323
ECLI:NL:HR:2023:1519 - Inbeslagneming op basis van mondeling Europees Onderzoeksbevel is rechtsgeldig
Inbeslagneming op grond van een mondeling Europees Onderzoeksbevel (EOB) is rechtmatig. De latere schriftelijke formalisering van het EOB en het ontbreken van het formulier ten tijde van de inbeslagneming doen niet af aan de geldigheid, omdat het strafvorderlijk belang niet beperkt is tot het Nederlandse belang.