Artikel 94b (Procedure inbeslagname specifieke vermogensbestanddelen)
Voor de toepassing van de artikelen 94 en 94a geldt: 1°. dat beslag op vorderingen wordt gelegd en beëindigd door een schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar; 2°. dat beslag op rechten aan toonder of order geschiedt door beslag op het papier; 3°. dat bij het leggen van beslag op aandelen en effecten op naam en bij het leggen en beëindigen van beslag op onroerende registergoederen de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder wordt ingeroepen en formaliteiten in acht genomen worden welke ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de mededeling of aanzegging van de inbeslagneming, dan wel de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming, de aantekening, inschrijving of doorhaling in registers en de betekening daarvan aan derden; 4°. dat bij het leggen en beëindigen van beslag op schepen en luchtvaartuigen formaliteiten in acht genomen worden welke ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming, en ingevolge enige regeling inzake teboekgestelde schepen, onderscheidenlijk luchtvaartuigen ten aanzien van de inschrijving en doorhaling daarvan in registers.
Uitleg in duidelijke taal
Voor de toepassing van de artikelen 94 en 94a geldt:
Dit betekent dat de volgende regels van toepassing zijn voor de uitvoering van de bepalingen in de artikelen 94 en 94a:
1°. dat beslag op vorderingen wordt gelegd en beëindigd door een schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar;
Dit betekent dat wanneer er beslag wordt gelegd op vorderingen, of wanneer zulk beslag wordt beëindigd, dit geschiedt door een schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar.
2°. dat beslag op rechten aan toonder of order geschiedt door beslag op het papier;
Dit betekent dat beslag op rechten aan toonder of order geschiedt door beslag op het papier zelf.
3°. dat bij het leggen van beslag op aandelen en effecten op naam en bij het leggen en beëindigen van beslag op onroerende registergoederen de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder wordt ingeroepen en formaliteiten in acht genomen worden welke ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de mededeling of aanzegging van de inbeslagneming, dan wel de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming, de aantekening, inschrijving of doorhaling in registers en de betekening daarvan aan derden;
Dit betekent dat voor het leggen van beslag op aandelen en effecten op naam, en bij het leggen en beëindigen van beslag op onroerende registergoederen, de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder wordt ingeroepen. Verder worden de formaliteiten in acht genomen die ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de mededeling of aanzegging van de inbeslagneming, dan wel de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming, de aantekening, inschrijving of doorhaling in registers, en de betekening daarvan aan derden.
4°. dat bij het leggen en beëindigen van beslag op schepen en luchtvaartuigen formaliteiten in acht genomen worden welke ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming, en ingevolge enige regeling inzake teboekgestelde schepen, onderscheidenlijk luchtvaartuigen ten aanzien van de inschrijving en doorhaling daarvan in registers.
Dit betekent dat bij het leggen en beëindigen van beslag op schepen en luchtvaartuigen, formaliteiten in acht genomen worden. Dit betreft de formaliteiten die ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ten aanzien van de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming. En het betreft de formaliteiten die ingevolge enige regeling inzake teboekgestelde schepen, onderscheidenlijk luchtvaartuigen, gelden ten aanzien van de inschrijving en doorhaling daarvan in registers.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:130
ECLI:NL:HR:2020:277 - Onrechtmatige doorzoeking en verschoningsrecht: rol van beklagrechter en zittingsrechter
Procedurele onregelmatigheden bij een doorzoeking en beslaglegging leiden in een beklagprocedure ex art. 552a Sv niet tot gegrondverklaring. De beoordeling van de gevolgen van vormverzuimen is voorbehouden aan de zittingsrechter. De beklagrechter toetst enkel of het verschoningsrecht de kennisneming van stukken verhindert.
ECLI:NL:HR:2006:AU4691
ECLI:NL:HR:2019:1591 - Vordering conservatoir beslag: specificatie concrete voorwerpen niet altijd verplicht
De Hoge Raad oordeelt dat een vordering tot machtiging voor conservatoir beslag niet altijd de concrete voorwerpen hoeft te specificeren. Wel moet de officier van justitie zo duidelijk mogelijk de aard van het voorgenomen beslag vermelden.