Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel IV. Eenige bijzondere dwangmiddelen
Tweede afdeeling. Voorloopige hechtenis
§ 4. Schorsing der voorloopige hechtenis
Artikel 82

Artikel 82 (Opheffing schorsing voorlopige hechtenis)

Laatste versie

1. De rechter kan ambtshalve of op de vordering van het openbaar ministerie te allen tijde de opheffing der schorsing bevelen.

2. Alvorens daartoe over te gaan, hoort de rechter zoo mogelijk den verdachte en kan hij te dien einde, zoo noodig onder bijvoeging van een bevel tot medebrenging, diens dagvaarding gelasten.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter kan ambtshalve of op de vordering van het openbaar ministerie te allen tijde de opheffing der schorsing bevelen.

Dit lid stelt dat de rechter ambtshalve (uit eigen beweging) of op de vordering van het openbaar ministerie (op verzoek van het OM) te allen tijde (op elk moment) de opheffing der schorsing (van de voorlopige hechtenis) kan bevelen.

2. Alvorens daartoe over te gaan, hoort de rechter zoo mogelijk den verdachte en kan hij te dien einde, zoo noodig onder bijvoeging van een bevel tot medebrenging, diens dagvaarding gelasten.

Dit lid stelt dat voordat de rechter daartoe overgaat (namelijk tot het bevelen van de opheffing der schorsing), de rechter zoo mogelijk den verdachte hoort. Verder kan de rechter te dien einde (met dat doel, namelijk om de verdachte te horen), zoo noodig (indien het nodig is), onder bijvoeging van een bevel tot medebrenging (waarbij een bevel wordt toegevoegd om de verdachte te laten aanvoeren), diens dagvaarding gelasten (bevelen dat de verdachte wordt opgeroepen).