Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel IV. Eenige bijzondere dwangmiddelen
Tweede afdeeling. Voorloopige hechtenis
§ 1. Bevelen tot voorloopige hechtenis
Artikel 66

Artikel 66 (Duur en verlenging bevel voorlopige hechtenis)

Laatste versie

1. Het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding is van kracht gedurende een door de rechtbank te bepalen termijn van ten hoogste negentig dagen, welke ingaat op het ogenblik der tenuitvoerlegging.

2. Wanneer het bevel is gegeven op de terechtzitting, dan wel binnen de krachtens het eerste lid bepaalde termijn het onderzoek is aangevangen, blijft het bevel van kracht totdat zestig dagen na de dag van de einduitspraak zijn verstreken.

3. De termijn gedurende welke het bevel van kracht is, kan door de rechtbank, op de vordering van de officier van justitie, vóór de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting ten hoogste tweemaal worden verlengd, met dien verstande dat de duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding en de verlengingen daarvan tezamen een periode van negentig dagen niet te boven gaan. De verdachte wordt in de gelegenheid gesteld op de vordering te worden gehoord. In het geval de verdenking een terroristisch misdrijf betreft kan de duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding na negentig dagen gedurende ten hoogste twee jaren worden verlengd met periodes die een termijn van negentig dagen niet te boven gaan. De behandeling van een vordering tot verlenging vindt in dat geval in het openbaar plaats.

4. Op bevelen tot verlenging, overeenkomstig het voorgaande lid, zijn de eerste drie leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding is van kracht gedurende een door de rechtbank te bepalen termijn van ten hoogste negentig dagen, welke ingaat op het ogenblik der tenuitvoerlegging.

Dit betekent dat het bevel om iemand gevangen te nemen of gevangen te houden geldig is voor een periode die de rechtbank vaststelt. Deze periode mag maximaal negentig dagen zijn en begint op het moment dat het bevel daadwerkelijk wordt uitgevoerd (tenuitvoerlegging).

2. Wanneer het bevel is gegeven op de terechtzitting, dan wel binnen de krachtens het eerste lid bepaalde termijn het onderzoek is aangevangen, blijft het bevel van kracht totdat zestig dagen na de dag van de einduitspraak zijn verstreken.

Dit lid specificeert dat indien het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding is uitgevaardigd tijdens de terechtzitting, of als het onderzoek op de terechtzitting is begonnen binnen de termijn die krachtens het eerste lid is bepaald, het bevel geldig blijft. Deze geldigheid duurt voort totdat er zestig dagen zijn voorbijgegaan na de dag waarop de einduitspraak in de zaak is gedaan.

3. De termijn gedurende welke het bevel van kracht is, kan door de rechtbank, op de vordering van de officier van justitie, vóór de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting ten hoogste tweemaal worden verlengd, met dien verstande dat de duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding en de verlengingen daarvan tezamen een periode van negentig dagen niet te boven gaan. De verdachte wordt in de gelegenheid gesteld op de vordering te worden gehoord. In het geval de verdenking een terroristisch misdrijf betreft kan de duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding na negentig dagen gedurende ten hoogste twee jaren worden verlengd met periodes die een termijn van negentig dagen niet te boven gaan. De behandeling van een vordering tot verlenging vindt in dat geval in het openbaar plaats.

Dit lid bepaalt dat de geldigheidsduur van het bevel kan worden verlengd door de rechtbank. Dit kan gebeuren op vordering van de officier van justitie en moet vóór de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting plaatsvinden. De verlenging is maximaal tweemaal toegestaan, waarbij geldt (met dien verstande dat) de totale duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding inclusief de verlengingen niet meer dan negentig dagen mag bedragen. De verdachte moet de gelegenheid krijgen om zijn of haar zienswijze op de vordering te geven. Indien de verdenking een terroristisch misdrijf betreft, kan de duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding na de initiële negentig dagen worden verlengd. Deze verlenging kan plaatsvinden gedurende een periode van ten hoogste twee jaren, in etappes (periodes) die een termijn van negentig dagen niet overschrijden. De behandeling van een vordering tot verlenging in een dergelijk geval (terroristisch misdrijf) geschiedt in het openbaar.

4. Op bevelen tot verlenging, overeenkomstig het voorgaande lid, zijn de eerste drie leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent dat de regels uit de eerste drie leden van dit artikel ook gelden voor bevelen tot verlenging die worden gegeven zoals beschreven in het voorgaande lid (het derde lid).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad499x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1496

ECLI:NL:HR:2014:14961 juli 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:AD2076

ECLI:NL:HR:1994:AD207629 maart 1994Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2022

ECLI:NL:HR:2016:20226 september 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1611

ECLI:NL:HR:2014:16118 juli 2014Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:256

ECLI:NL:HR:2015:25610 februari 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:516

ECLI:NL:HR:2021:51613 april 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF2318

ECLI:NL:HR:2003:AF231815 april 2003Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2351 - Gevangenneming voor nieuw feit tijdens lopende voorlopige hechtenis is toegestaan

ECLI:NL:HR:2018:235118 december 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een rechter de gevangenneming van een verdachte kan bevelen voor een nieuw feit, ook als die verdachte al in voorlopige hechtenis zit voor een ander feit. Art. 65 lid 2 Sv staat hier niet aan in de weg.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2005:AS7552

ECLI:NL:HR:2005:AS755219 april 2005Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak