Artikel 6 (Relatieve bevoegdheid bij deelneming en samenhang)
1. Bij deelneming van meer dan één persoon aan hetzelfde strafbare feit brengt de bevoegdheid ten aanzien van één der als daders of medeplichtigen aansprakelijke personen de bevoegdheid mede ten aanzien van de andere.
2. In geval van gelijktijdige vervolging bij onderscheidene bevoegde rechtbanken blijft uitsluitend bevoegd de rechter voor wien de als daders aansprakelijke personen worden vervolgd. Worden zoodanige personen niet voor hetzelfde gerecht vervolgd, dan blijft uitsluitend bevoegd de rechter bij wien de vervolging tegen één hunner het eerst is aangevangen.
3. Indien door meer dan één persoon, al dan niet tezamen, verschillende strafbare feiten zijn begaan, die in zodanig verband tot elkaar staan, dat de behandeling voor één rechtbank gewenst moet worden geacht, worden deze feiten voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel geacht in deelneming te zijn begaan.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bij deelneming van meer dan één persoon aan hetzelfde strafbare feit brengt de bevoegdheid ten aanzien van één der als daders of medeplichtigen aansprakelijke personen de bevoegdheid mede ten aanzien van de andere.
Dit betekent letterlijk: Wanneer meerdere personen betrokken zijn bij het plegen van hetzelfde strafbare feit, dan leidt de bevoegdheid van de rechtbank ten aanzien van één van de personen die als dader of medeplichtige aansprakelijk is, ertoe dat diezelfde rechtbank ook bevoegd is ten aanzien van de andere betrokken personen.
2. In geval van gelijktijdige vervolging bij onderscheidene bevoegde rechtbanken blijft uitsluitend bevoegd de rechter voor wien de als daders aansprakelijke personen worden vervolgd. Worden zoodanige personen niet voor hetzelfde gerecht vervolgd, dan blijft uitsluitend bevoegd de rechter bij wien de vervolging tegen één hunner het eerst is aangevangen.
Dit betekent letterlijk: Indien er sprake is van een gelijktijdige vervolging van daders bij verschillende rechtbanken die elk bevoegd zouden zijn, dan is uitsluitend de rechter bevoegd voor wie de als daders aansprakelijke personen worden vervolgd. Mochten deze personen niet voor dezelfde rechtbank worden vervolgd, dan is uitsluitend de rechter bevoegd bij wie de vervolging tegen een van hen als eerste is gestart.
3. Indien door meer dan één persoon, al dan niet tezamen, verschillende strafbare feiten zijn begaan, die in zodanig verband tot elkaar staan, dat de behandeling voor één rechtbank gewenst moet worden geacht, worden deze feiten voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel geacht in deelneming te zijn begaan.
Dit betekent letterlijk: Als meer dan één persoon, hetzij samen of afzonderlijk, verschillende strafbare feiten heeft gepleegd, en deze feiten staan in een dusdanig verband met elkaar dat het wenselijk wordt geacht dat één rechtbank ze behandelt, dan worden deze feiten voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel beschouwd alsof ze in deelneming (gezamenlijk) zijn begaan.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2024:75 - Hoge Raad: Aanvang vervolging ex artikel 6 Sv en relatieve bevoegdheid
De vervolging in de zin van artikel 6 lid 2 Sv vangt aan met het uitbrengen van de dagvaarding, niet met eerdere onderzoekshandelingen. Een verweer over de relatieve bevoegdheid moet in eerste aanleg worden gevoerd en kan niet voor het eerst in hoger beroep slagen.
ECLI:NL:HR:2021:849 - Meldingsplicht drugsprecursoren versus nemo tenetur-beginsel: geen schending
De plicht voor marktdeelnemers om verdachte transacties met drugsprecursoren te melden, is niet in strijd met het nemo tenetur-beginsel. Informatie die wordt verstrekt om aan deze plicht te voldoen, mag echter niet worden gebruikt als bewijs voor een ander strafbaar feit van de melder.
ECLI:NL:HR:2016:2073 - Tijdsverloop bevel DNA-afname schaadt belang veroordeelde niet
Een onnodig lang tijdsverloop tussen een veroordeling en het bevel tot afname van celmateriaal staat niet in de weg aan het bepalen en verwerken van een DNA-profiel. De veroordeelde wordt hierdoor niet geschaad in een door de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden beschermd belang.