Terug naar bibliotheek
Boek 6. Tenuitvoerlegging
Hoofdstuk 7. Gratie
Artikel 6:7:4

Artikel 6:7:4 (Mededeling opschorting tenuitvoerlegging gratieverzoek)

Laatste versie

1. Onze Minister doet mededeling aan de veroordeelde van het ingaan van de opschorting van de tenuitvoerlegging die is verbonden aan het indienen van een verzoekschrift.

2. Indien een verzoekschrift om gratie van een vrijheidsstraf, van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege of van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is ingediend, zonder dat de wet daaraan de opschorting van de tenuitvoerlegging verbindt, kan Onze Minister niettemin bepalen dat de tenuitvoerlegging wordt opgeschort of geschorst zolang op het verzoek niet is beschikt. Hij doet daarvan mededeling aan de veroordeelde.

3. De opschorting of schorsing gaat in op het moment dat de veroordeelde kennis heeft gekregen van de mededeling, bedoeld in het eerste of het tweede lid. De opschorting of schorsing duurt totdat op het verzoekschrift is beslist.

4. Onze Minister draagt na de mededeling, bedoeld in het eerste of tweede lid, zorg dat de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel waarvan gratie is verzocht, wordt opgeschort of geschorst overeenkomstig de te dien aanzien geldende wettelijke voorschriften.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onze Minister doet mededeling aan de veroordeelde van het ingaan van de opschorting van de tenuitvoerlegging die is verbonden aan het indienen van een verzoekschrift.

Dit betekent dat Onze Minister de veroordeelde persoon informeert (doet mededeling aan) over het aanvangsmoment (het ingaan) van de opschorting van de tenuitvoerlegging. Deze opschorting is direct gekoppeld aan (verbonden aan) het feit dat een verzoekschrift om gratie is ingediend.

2. Indien een verzoekschrift om gratie van een vrijheidsstraf, van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege of van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is ingediend, zonder dat de wet daaraan de opschorting van de tenuitvoerlegging verbindt, kan Onze Minister niettemin bepalen dat de tenuitvoerlegging wordt opgeschort of geschorst zolang op het verzoek niet is beschikt. Hij doet daarvan mededeling aan de veroordeelde.

Dit houdt in dat als een verzoekschrift om gratie is ingediend voor een vrijheidsstraf, voor de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, of voor de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, en de wet hier niet automatisch een opschorting van de tenuitvoerlegging aan koppelt (verbindt), Onze Minister desondanks (niettemin) kan besluiten dat de tenuitvoerlegging wordt opgeschort of geschorst. Deze opschorting of schorsing duurt voort zolang er nog geen beslissing (niet is beschikt) op het verzoek is genomen. Onze Minister stelt de veroordeelde van dit besluit in kennis (doet daarvan mededeling).

3. De opschorting of schorsing gaat in op het moment dat de veroordeelde kennis heeft gekregen van de mededeling, bedoeld in het eerste of het tweede lid. De opschorting of schorsing duurt totdat op het verzoekschrift is beslist.

Dit betekent dat de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging aanvangt (gaat in) op het tijdstip dat de veroordeelde de mededeling, zoals genoemd in het eerste of tweede lid van dit artikel, heeft ontvangen (kennis heeft gekregen). De periode van opschorting of schorsing loopt door totdat er een beslissing is genomen over het ingediende verzoekschrift om gratie.

4. Onze Minister draagt na de mededeling, bedoeld in het eerste of tweede lid, zorg dat de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel waarvan gratie is verzocht, wordt opgeschort of geschorst overeenkomstig de te dien aanzien geldende wettelijke voorschriften.

Dit betekent dat Onze Minister, na het doen van de mededeling zoals vermeld in het eerste of tweede lid, ervoor verantwoordelijk is (zorg draagt) dat de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel waarvoor gratie is aangevraagd, daadwerkelijk wordt opgeschort of geschorst. Dit moet gebeuren conform (overeenkomstig) de wettelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn (de te dien aanzien geldende wettelijke voorschriften).