Terug naar bibliotheek
Boek 6. Tenuitvoerlegging
Hoofdstuk 6. Rechterlijke beslissingen inzake de tenuitvoerlegging
Vijfde titel. Jeugd
Artikel 6:6:30a

Artikel 6:6:30a (Vordering gijzeling jeugdige ontnemingsmaatregel)

Laatste versie

1. Het openbaar ministerie kan een vordering instellen om te worden gemachtigd het dwangmiddel gijzeling jegens de veroordeelde toe te passen indien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 niet mogelijk blijkt bij een aan de jeugdige opgelegde verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

2. Artikel 6:6:25 is van toepassing met dien verstande dat, zolang de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, de vordering wordt ingesteld bij de kinderrechter die in eerste aanleg heeft kennisgenomen van het strafbaar feit naar aanleiding waarvan een in het eerste lid bedoelde verplichting is opgelegd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het openbaar ministerie kan een vordering instellen om te worden gemachtigd het dwangmiddel gijzeling jegens de veroordeelde toe te passen indien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 niet mogelijk blijkt bij een aan de jeugdige opgelegde verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Dit betekent dat het openbaar ministerie een vordering kan instellen (een officieel verzoek kan indienen) om gemachtigd te worden (toestemming te krijgen) het dwangmiddel gijzeling (een vorm van opsluiting om betaling af te dwingen) jegens de veroordeelde toe te passen. Dit kan alleen als volledig verhaal (het innen van het gehele bedrag) overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 niet mogelijk blijkt bij een aan de jeugdige opgelegde verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (het afnemen van onrechtmatig verkregen winst).

2. Artikel 6:6:25 is van toepassing met dien verstande dat, zolang de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, de vordering wordt ingesteld bij de kinderrechter die in eerste aanleg heeft kennisgenomen van het strafbaar feit naar aanleiding waarvan een in het eerste lid bedoelde verplichting is opgelegd.

Dit lid stelt dat artikel 6:6:25 van toepassing is, met dien verstande dat (onder de voorwaarde dat) zolang de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, de vordering (het verzoek tot gijzeling) wordt ingesteld bij de kinderrechter. Het gaat hierbij om de kinderrechter die in eerste aanleg (de eerste rechterlijke behandeling van de zaak) heeft kennisgenomen van het strafbaar feit naar aanleiding waarvan een in het eerste lid bedoelde verplichting (de betalingsverplichting) is opgelegd.