Terug naar bibliotheek
Boek 6. Tenuitvoerlegging
Hoofdstuk 6. Rechterlijke beslissingen inzake de tenuitvoerlegging
Vijfde titel. Jeugd
Artikel 6:6:29

Artikel 6:6:29 (Vervanging jeugddetentie na achttien jaar)

Laatste versie

De straf van jeugddetentie kan door de rechter geheel of gedeeltelijk worden vervangen door een van de straffen genoemd in artikel 9, eerste lid, van het Wetboek van het Strafrecht indien de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf geheel of gedeeltelijk zou moeten plaatsvinden nadat de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt en deze naar het oordeel van de rechter niet meer voor een zodanige straf in aanmerking komt.

Uitleg in duidelijke taal

De straf van jeugddetentie kan door de rechter geheel of gedeeltelijk worden vervangen door een van de straffen genoemd in artikel 9, eerste lid, van het Wetboek van het Strafrecht indien de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf geheel of gedeeltelijk zou moeten plaatsvinden nadat de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt en deze naar het oordeel van de rechter niet meer voor een zodanige straf in aanmerking komt.

Dit artikel bepaalt dat de rechter de straf van jeugddetentie geheel of gedeeltelijk kan vervangen. Deze vervanging kan gebeuren door een van de straffen die zijn genoemd in artikel 9, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Dit is mogelijk indien de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf geheel of gedeeltelijk zou moeten plaatsvinden nadat de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt. Een bijkomende voorwaarde is dat de veroordeelde, naar het oordeel van de rechter, niet meer voor een zodanige straf (jeugddetentie) in aanmerking komt.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2023:13806 - Rechtbank Noord-Holland - 20 december 2023

ECLI:NL:RBNHO:2023:1380620 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2023:4948 - Rechtbank Overijssel - 4 december 2023

ECLI:NL:RBOVE:2023:49484 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2024:3005 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:30057 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:3537 - Rechtbank Noord-Nederland - 10 september 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:353710 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:7078 - Rechtbank Rotterdam - 17 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:707817 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:975 - Rechtbank Noord-Nederland - 20 maart 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:97520 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:979 - Rechtbank Noord-Nederland - 20 maart 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:97920 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2024:765 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 3 maart 2024

ECLI:NL:GHSHE:2024:7653 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak