Terug naar bibliotheek
Boek 6. Tenuitvoerlegging
Hoofdstuk 6. Rechterlijke beslissingen inzake de tenuitvoerlegging
Tweede titel. Vrijheidsbenemende straffen en maatregelen
Artikel 6:6:16

Artikel 6:6:16 (Beroepsbeslissing en voorlopige beëindiging maatregel)

Laatste versie

1. Indien het gerechtshof, na kennisneming van de stukken van het geding, van oordeel is, dat het beroep kennelijk niet ontvankelijk of ongegrond is, kan het gerechtshof, nadat het de advocaat-generaal, de ter beschikking gestelde en diens raadsman heeft gehoord, zonder nader onderzoek op het beroep beslissen.

2. De voorzitter kan, hangende de beslissing, de verpleging van overheidswege voorlopig beëindigen of de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders beëindigen wanneer de vordering tot verlenging of de vordering tot voortzetting door de rechtbank is afgewezen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien het gerechtshof, na kennisneming van de stukken van het geding, van oordeel is, dat het beroep kennelijk niet ontvankelijk of ongegrond is, kan het gerechtshof, nadat het de advocaat-generaal, de ter beschikking gestelde en diens raadsman heeft gehoord, zonder nader onderzoek op het beroep beslissen.

Dit artikelonderdeel stelt dat als het gerechtshof, na inzage in de processtukken (kennisneming van de stukken van het geding), meent (van oordeel is) dat het beroep duidelijk niet-ontvankelijk (kennelijk niet ontvankelijk) of ongegrond is, het gerechtshof hierover kan beslissen zonder verder onderzoek. Voorwaarde is dat de advocaat-generaal, de ter beschikking gestelde persoon en diens raadsman zijn gehoord.

2. De voorzitter kan, hangende de beslissing, de verpleging van overheidswege voorlopig beëindigen of de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders beëindigen wanneer de vordering tot verlenging of de vordering tot voortzetting door de rechtbank is afgewezen.

Dit artikelonderdeel bepaalt dat de voorzitter, terwijl een beslissing nog wordt afgewacht (hangende de beslissing), de verpleging van overheidswege voorlopig kan beëindigen. Ook kan de voorzitter de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders beëindigen. Dit kan gebeuren indien de rechtbank de vordering tot verlenging of de vordering tot voortzetting van deze maatregelen heeft afgewezen.