Artikel 6:6:10a (Tijdelijke opname ter beschikking gestelde)
1. Indien de ter beschikking gestelde een gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, kan de rechter-commissaris op vordering van het openbaar ministerie een bevel tot tijdelijke opname van de ter beschikking gestelde geven voor de duur van maximaal zeven weken in een door de rechter aangewezen instelling.
2. De tijdelijke opname kan door de rechter-commissaris op vordering van het openbaar ministerie met ten hoogste zeven weken worden verlengd.
3. De rechter-commissaris beslist binnen driemaal vierentwintig uur na de indiening van de vordering, bedoeld in het eerste of tweede lid. De beslissing van de rechter-commissaris is dadelijk uitvoerbaar.
4. De tijdelijke opname kan plaatsvinden zonder bereidverklaring van de ter beschikking gestelde.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de ter beschikking gestelde een gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, kan de rechter-commissaris op vordering van het openbaar ministerie een bevel tot tijdelijke opname van de ter beschikking gestelde geven voor de duur van maximaal zeven weken in een door de rechter aangewezen instelling.
Dit lid bepaalt dat als de ter beschikking gestelde een aan hem gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd, of als anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dit vereist, de rechter-commissaris een bevel tot tijdelijke opname van de ter beschikking gestelde kan geven. Dit bevel kan worden gegeven op vordering van het openbaar ministerie. De tijdelijke opname is voor de duur van maximaal zeven weken in een door de rechter aangewezen instelling.
2. De tijdelijke opname kan door de rechter-commissaris op vordering van het openbaar ministerie met ten hoogste zeven weken worden verlengd.
Dit lid stelt dat de tijdelijke opname door de rechter-commissaris, op vordering van het openbaar ministerie, met ten hoogste zeven weken kan worden verlengd.
3. De rechter-commissaris beslist binnen driemaal vierentwintig uur na de indiening van de vordering, bedoeld in het eerste of tweede lid. De beslissing van de rechter-commissaris is dadelijk uitvoerbaar.
Dit lid schrijft voor dat de rechter-commissaris beslist binnen driemaal vierentwintig uur na de indiening van de vordering, zoals bedoeld in het eerste of tweede lid. De beslissing van de rechter-commissaris is dadelijk uitvoerbaar.
4. De tijdelijke opname kan plaatsvinden zonder bereidverklaring van de ter beschikking gestelde.
Dit lid bepaalt dat de tijdelijke opname kan plaatsvinden zonder bereidverklaring van de ter beschikking gestelde (dat wil zeggen, zonder diens instemming).