Terug naar bibliotheek
Boek 6. Tenuitvoerlegging
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Eerste titel. Taken en bevoegdheden
Artikel 6:1:10

Artikel 6:1:10 (Adviesbevoegdheid OM tijdens tenuitvoerlegging)

Laatste versie

1. Het openbaar ministerie kan bij of onverwijld na het verstrekken van een beslissing als bedoeld in artikel 6:1:1, tweede lid, advies geven aan Onze Minister over tijdens de tenuitvoerlegging te nemen besluiten. Het advies wordt uitgebracht vanwege het belang van de resocialisatie van de veroordeelde, de belangen van het slachtoffer en zijn nabestaanden, de veiligheid van de samenleving of een ander zwaarwegend algemeen belang.

2. Indien omstandigheden tijdens de tenuitvoerlegging daartoe aanleiding geven, kan het openbaar ministerie ambtshalve of op verzoek van Onze Minister een advies als bedoeld in het eerste lid alsnog uitbrengen of een uitgebracht advies aanvullen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het openbaar ministerie kan bij of onverwijld na het verstrekken van een beslissing als bedoeld in artikel 6:1:1, tweede lid, advies geven aan Onze Minister over tijdens de tenuitvoerlegging te nemen besluiten. Het advies wordt uitgebracht vanwege het belang van de resocialisatie van de veroordeelde, de belangen van het slachtoffer en zijn nabestaanden, de veiligheid van de samenleving of een ander zwaarwegend algemeen belang.

Dit betekent dat het openbaar ministerie de mogelijkheid heeft om, gelijktijdig met of direct volgend op het afgeven van een beslissing als bedoeld in artikel 6:1:1, tweede lid, advies te verstrekken aan Onze Minister. Dit advies gaat over besluiten die genomen moeten worden gedurende de tenuitvoerlegging. Het advies wordt gegeven met het oog op het belang van de resocialisatie van de veroordeelde, de belangen van het slachtoffer en zijn nabestaanden, de veiligheid van de samenleving, of een ander zwaarwegend algemeen belang.

2. Indien omstandigheden tijdens de tenuitvoerlegging daartoe aanleiding geven, kan het openbaar ministerie ambtshalve of op verzoek van Onze Minister een advies als bedoeld in het eerste lid alsnog uitbrengen of een uitgebracht advies aanvullen.

Dit houdt in dat, wanneer de omstandigheden gedurende de tenuitvoerlegging daar reden toe geven, het openbaar ministerie uit eigen beweging (ambtshalve) of op vraag van Onze Minister alsnog een advies zoals bedoeld in het eerste lid kan verstrekken, of een reeds gegeven advies kan aanvullen.